1MA Hoofdstuk 1: E+F+G

Stepping Stones Chapter 1
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stepping Stones Chapter 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's class
Aan het eind van de les...
  • ...weet ik wat het present simple is.
  • ...kan ik het present simple correct gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar, exercise 29, p. 52

Slide 3 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=eLaNBbKJPfw
Grammar, exercise 29, p. 52

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple (tegenwoordige tijd), p. 53
  • De present simple gebruik je om te praten over feiten, gewoonten en over iets wat regelmatig gebeurt
  • Bij he/she/it komt er een s achter het werkwoord.

to see - She sees
to walk - He walks
to happen - It happens

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple (tegenwoordige tijd)
Bij he/she/it komt er dus een s achter het werkwoord.

Dit noemen we ook wel: de SHIT-regel



She, He & IT krijgen een S

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple (tegenwoordige tijd)
Eindigt het werkwoord op -y, dan wordt deze vervangen door -ies.
  • to carry - he carries
  • to worry - she worries



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple (tegenwoordige tijd)
Staat er voor de -y een a, e, i, o of u, dan voeg je alleen s toe.
  • to buy - she buys
  • to play - he plays



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij sommige werkwoorden voeg je es toe.
  • to go - he goes
  • to do - she does



Present simple (tegenwoordige tijd)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 30(a), p. 53

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 30(b), p. 54

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do:
Exercise 29, 30, 31 & 32 pg. 53-55
Done? Do countries & cultures pg. 56

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluation
  1. Wat is het present simple en wanneer gebruik je het?
  2. Wat is de SHIT regel?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Do/finish:
  • Exercise 30b, p. 54 
  • Exercise 31, p. 54/55 

Study:
  • Grammar 1, p. 53
     (present simple)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
  • Check homework - Grammar
  • F - Listening 

Mission: I can understand people talking to each other if they speak slowly and clearly

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework check
What do you know about the present simple?

Talk to the person next to you about what you know.
Write down what you know.
After 3 minutes we will discuss it with the group
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Translate: Ik speel elke dag piano

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

True or false: bij he, she en it komt er een 's achter het werkwoord
A
True
B
False

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My dog love his food
A
True
B
False

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate:
Mijn zusje gaat elke dag naar school

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

F Listening pg. 52
  • Do exercise 36 together 
  • During listening: Do exercise 37
  • After listening: Do ex. 38 & 39 
  • Do ex. 40 if you are done early

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

End of class
  • Mission accomplished? 
  • I can understand people talking to each other if they speak slowly and clearly
  • I know how to form the present simple
  • Questions?
  • Homework: Study vocabulary F - Listening pg. 75

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's class
Aan het eind van de les...
  • ...kan ik een korte Engelstalige tekst over mensen (bijv. celebrities) en plaatsen (bijv. leuke vakantiebestemming) lezen.
  • ...begrijp ik wat er in de tekst gezegd wordt.
  • ...weet ik wat 'globaal lezen' betekent en kan het correct gebruiken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
  • No VTO - Moved to Friday since this week
  • Plenda - Who uses this and what can I do to help?
  • G Reading pg. 60
  • Worksheet Stones
  • Test = 15 oktober!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading, exercise 41, p. 60

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading, exercise 42(a), p. 60

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading, exercise 42(b), p. 60

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Text, p. 61

Slide 28 - Tekstslide

https://steppingstones.digitaal.noordhoff.nl/?SSOid=e2382691-03e0-4137-b1d9-d15fe57f2490#/book/c2b79368-9174-4226-a5c5-4d4b558d25a4/chapter/73eabb8a-d5ee-4240-9a1e-24a4ecfffec3/media/bb14ddfd-4e3a-4e1f-9d61-c4734a64fcb8/item/eedfa1ff-4e9a-4264-8d1d-f6cc7fdc7449
Reading, exercise 42(c), p. 62

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading, exercise 44, p. 63

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Do:
- Finish G reading: exercise 43, 44 & 45a
Study:
- Vocabulary F + G, p. 75
Mission accomplished? 
I can understand information about people in a short text

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's class
Mission: I can use object pronouns (voorwerpsvorm) in a sentence

I Grammar + exercises: Object pronouns

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Object pronouns (voorwerpsvorm)
Object pronoun = persoonlijk voornaamwoord
Twee soorten: subject pronoun (onderwerpsvorm) & object pronoun (voorwerpsvorm)
Subject: Begin van de zin, voor het werkwoord: She gives me the ball
Object: NA het hoofdwerkwoord, einde van de zin: My cat loves her

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de vraag stellen: Wie doet wat? Het antwoord op wat = object pronoun.
Who does the cat love? Her.
Na een voorzetsel staat de object pronoun er direct achter.
He shares his lunch with us

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise
  • Do exercises 55 & 56 (pg. 69-70)
  • Done? Worksheet Stone 1 & 2
  • We will discuss this tomorrow

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Do:
Finish I Grammar ex. 55-56
Bring worksheet with you tomorrow!

Study:
Grammar 2: Object pronouns

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's class
Mission: I can use interrogative pronouns in a sentence

I Grammar + exercises: interrogative pronouns

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interrogative pronouns
Vragende voornaamwoorden; 
  • Gebruik je om vragen te stellen
  • Staan bijna altijd aan het begin van de zin: Why are you late?
  • Je noemt ze ook wel de 'wh-woorden' (wie, wat, waar, wanneer, waarom, welke en hoe)
  • Who takes the bus to school?
  • What are your hobbies?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise
  • Do exercises 57 & 58 pg. 70-71
  • Done? Study chapter 1 - Find out what you find difficult. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Do:
Finish I Grammar ex. 57 & 58

Study:
Grammar 3: Interrogative pronouns
Write down 1 question about chapter 1

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
  • Question round
  • Kort bespreken huiswerk
  • Uitleg toets + oefentoets (op papier)
  • Homework tomorrow: Test yourself online af! 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

For the test:
  • Test Yourself Online! VERPLICHT!
  • Practise with:  Learning corner and Slim Stampen (online)
  • Study page 74-77 of your book: Vocabulary, Stones and Grammar!
  • Good luck! Test = vrijdag 15 oktober

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
  • Discuss test yourself + oefentoets (papier)
  • Any questions on chapter 1
  • Mission: I know what to study for the test and how the test works. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies