LV KLAS 3 'IS ER LEVEN NA DE DOOD?'
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
geef twee argumenten waarom in het leven op aarde het totale geluk voor mens niet mogelijk is, volgens het christendom (opdr. 27 p. 19)
Slide 3 - Open vraag
christendom
synoniem voor het alomvattende geluk
synoniem voor het alomvattende geluk
A
heil
B
hemel
C
rijk van god
D
vagevuur
Slide 4 - Quizvraag
wat is de kern van de humanistische levenbeschouwing in het algemeen? opdr. 31 p. 21
Slide 5 - Woordweb
waarom vinden veel humanisten het twijfelachtig om te vertrouwen op god? opdr. 32 p. 21
Slide 6 - Woordweb
vat de kritiek van humanisten samen in vijf stellingen
Slide 7 - Open vraag
in het hindoeïsme staat de koe symbool voor vruchtbaarheid en overvloed
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quizvraag
het hindoeïsme is een voorbeeld van polytheïsme
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
voor het hindoeïsme zijn god en mens totaal gescheiden van elkaar
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
verlichting betekent volgens het hindoeïsme dat de mens naar de hemel gaat
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
vul het juiste begrip in
in je leven bouw je een soort van rekening op van goede daden met goede resultaten en slechte daden met slechte resultaten
in je leven bouw je een soort van rekening op van goede daden met goede resultaten en slechte daden met slechte resultaten
A
atman
B
karma
C
moksha
D
reïncarnatie
Slide 12 - Quizvraag
vul het juiste begrip in
op basis van je rekening van daden wordt je op een hoger of lager niveau geboren
op basis van je rekening van daden wordt je op een hoger of lager niveau geboren
A
atman
B
karma
C
moksha
D
reïncarnatie
Slide 13 - Quizvraag
vul het juiste begrip in
op basis van je rekening van daden wordt je op een hoger of lager niveau geboren
op basis van je rekening van daden wordt je op een hoger of lager niveau geboren
A
atman
B
karma
C
moksha
D
reïncarnatie
Slide 14 - Quizvraag
vul het juiste begrip in
door een goed karma kom je dichter bij verlossing
door een goed karma kom je dichter bij verlossing
A
atman
B
dharma
C
moksha
D
reïncarnatie
Slide 15 - Quizvraag
vul het juiste begrip in
reïncarnatie betekent dat het stukje goddelijke principe (genaamd .....)
een nieuwe omsluiting krijgt
reïncarnatie betekent dat het stukje goddelijke principe (genaamd .....)
een nieuwe omsluiting krijgt
A
atman
B
dharma
C
ascese
D
brahman
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
geef een korte uitleg bij elke kaste
Slide 18 - Open vraag
wat is de relatie tussen het kastenstelsel en het idee van de wedergeboorte
Slide 19 - Open vraag
reïncarnatie: hoe zou jij willen terugkeren
Slide 20 - Woordweb
Slide 21 - Video
WELKE VRAGEN EN ONDUIDELIJKHEDEN HEB JE NOG BIJ DIT ONDERWERP
