Werkwoordspelling tt en vt les 2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Drie werkwoorden.
Welk werkwoord bestaat niet?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

In welke zin is het 'bijzondere werkwoord' niet juist gebruikt?
A
Wij zouden vorige week al deelnemen.
B
U hebt het goede antwoord gegeven.
C
Jij zult wel blij zijn.
D
Hij wilt liever geen blouse aantrekken.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een zwak werkwoord?
A
bieden
B
verven
C
vergeten
D
eten

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1. Vul de goede vorm in (vt).
Alle bewoners (bellen) naar de woongroep.

Slide 13 - Open vraag

2. Vul de goede vorm in (vt).
'Xavi (rennen) vorige week een marathon.'

Slide 14 - Open vraag

3. Vul de goede vorm in (vt).
'Ik (besteden) veel aandacht aan die cliënt.'

Slide 15 - Open vraag

4. Vul de juiste vorm in (vt).
'Ik (werken) de hele nacht door.'

Slide 16 - Open vraag

5. Vul de juiste vorm in (vt).
De directeur (groeten) mij gisteren.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide