6-nov- CH 5 -Révision-MO-P1-2-3H

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Vendredi 4 oktobre  2024
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Vendredi 4 oktobre  2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg allemaal je spullen op de tafel
-ton livre:  Grandes Lignes 1 VMBO-GT/HAVO:  Cahier d'activités B
- ton cahier 

-
ton stylo bleu

Pose ton sac-à dos par terre, s'il vous plaît

timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1, 2, 3

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le programme du cours
Chapitre 5: ENTRE COPAINS:

1. Info Toetsen P1
2. Voorbereiding op de MO
3. Lesevaluatie





Leerdoelen:
Je kunt vragen stellen over het weekend en je kunt ze beantwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Info - Mo-PTD-1
Wanneer? 06/11/ 08/11 2024 
Wat moet je leren? de zinnen van phrases-clés C (p. 44)
Toegestaan leermiddelen: een spiekbrief met kernwoorden
Hoe? in tweetallen

Slide 7 - Tekstslide

Situatie
Werk met je klasgenoot: rollenspel. Vertel over wat jij in het weekend hebt gedaan. Je klasgenoot begint het gesprek met de vraag: qu'est-ce que tu as fait le weekend dernier?
1 Geef antwoord en vertel wat je zaterdag en zondag  hebt gedaan 
(noem minimaal 3 activiteiten).
2 Hij vraagt met wie? Je noemt een naam en je zegt wat is hij of zij voor jou is.
3. Vraag wanneer de ander jarig is.
5 Sluit het gesprek af.

Oefenen voor MO-PTD1
Chapitre 5: Phrases-clés C (p. 44)

Leerdoel: je kunt:
- aan iemand vragen wat hij/zij heeft gedaan in het weekend;
- Je kunt in een hele correcte zinnen 3 activiteiten noemen die je in het weekend hebt gedaan en met wie. 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen voor MO-PTD1
Prenez vos livres p. 44 (Phrases-clés C: parler de ton weekend).

1. Luister en lees mee (uitspraak)
2. Je gaat nu een gesprek over jouw weekend voeren.
Gebruik de zinnen van Phrases-clés C

3. maak een spiekbrief met 2 kernwoord per zin

Slide 9 - Tekstslide

passé un bon weekend

mon copin/ma famille

regardé un film

manger dans un restaurant

Jouer au foot


Les jours de la semaine 
les jours de la semaine révision
Écoute la chanson et chante.
Puis fais l'exercice 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le weekend
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de dagen van de week in het Frans + de Nederlandse vertaling 

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Traduis les en néerlandais"
Passer, rencontrer, rigoler, manger

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

C phrases-clés - parler de ses activités

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traduis en néerlandais
le coupain, la copine, le cousin(e),
qui, avec, pourquoi?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis en néerlandais:
Le weekend passé, elle a parlé avec à sa mère.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis: Qu'est-ce que tu as fais le weekend? =

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

tu as passé un bon weekend?
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est qui Simon?
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Écoute et choisis
A
J'ai regadé un film
B
Oui, J'ai fêté mon anniversaire.
C
Je rencontré mon ami (e)
D
avec Marie et Nicolaas, mes cousins

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est quand ton anniversaire?
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
c'est mon anniversaire
B
oui, super, on a été à la piscine
C
avec Jules et Juliette, mes cousins
D
c'était hier, le 17 mars

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tu as passé le weekend avec qui?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

répondez en phrases entières:
Qu'est-ce que tu aimes faire le weekend?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in de juiste zinsvolgorde en vertaal hem in het Nederlands:
je/j' - dans le weekend - ai - fait mes devoirs

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jeu: Parler du weekend
Jeu: In tweetallen  10 min
Gesprekvaardigheid: qu'est - ce que tu as fait le weekend dernier?


Slide 27 - Tekstslide

Jeu: Praten over vrije tijdsactiviteiten

Voorbereiding en benodigde materiaal:
- Een stapel papiertjes om woorden op te schrijven
- Een plastic zakje om de papier in te doen.
- een pen
-Schrijf 4 woorden die volgens jou te maken hebben met het weekend op een post-it. Voorbeeldwoorden: 
un restaurant, un film, parler, rigoler, rencontrer, cpains, jouer, le shopping. Hij vraagt aan de tweede speler: qu'est-ce que tu as fait le weekend? De ander leest wat er op het papiertje staat en vertelt aan de hand van het woord de volgende zin: J'ai (noemt de activiteit die te maken heeft met het woord).

Resultaat: 1 p = een volledige zin gelet op de uitspraak.
- Is het antwoord onvolledig en onduidelijk? = 0 p 
Het spel is klaar als alle woorden zijn gelezen. 
- Hulpmiddelen: vocabulaire en Phrases-clés C (wb, B, p. 42, 44)
- Le dialogue (dit werkblad, p…)

Doe dit om de beurt.



Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs
Apprends les phrases-clés C (wb B, P. 44)
Fais: ex. 14c-d, 15 (wb, p. 22, 23)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Merci!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies