HAVO 3 par 8.1 wat is welvaart

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Paragraaf 8.1

Wat is welvaart?

Lesdoel

• Wat is welvaart? (in enge zin en in ruime zin)
• Hoe kan je welvaart meten?
• Wat zijn productiefactoren?
• Wat zijn productiesectoren?

Lesdoel 1

Wat is welvaart?

Wat is voor jou welvaart?

Wat is welvaart?

De mate waarin behoeften met beschikbare, 

schaarse  middelen worden bevredigd.

Het draait om de keuzes die je maakt tussen geld en tijd.   

Welvaart in enge en ruime zin

• Welvaart in ruime zin:   inkomen, geluk, gezondheid -> moeilijk te meten
  
• Welvaart in enge zin:   welvaart in geld uitdrukken ->
  te meten met het BBP (Bruto binnenlands product)
  

Lezen en maken opdracht 1,2 en 3

bladzijde 212/213

Lesdoel 2

Hoe meet je de welvaart?

Welvaart en het BBP

BBP = het Bruto Binnenlands Product
             dit is de totale productie van bedrijven en 
             overheid in een land

De welvaart in enge zin wordt gemeten door het BBP te delen door het aantal inwoners = BBP per inwoner. 

Een goede gezondheid is welvaart in

1. ruime zin
2. enge zin

Als er economische groei is dan

1. daalt het BBP
2. stijgt het BBP

Lezen en maken opdracht 4,5 en 6

Lesdoel

• Wat is welvaart? (in enge zin en in ruime zin)
• Hoe kan je welvaart meten?
• Wat zijn productiefactoren?
• Wat zijn productiesectoren?

Een goede gezondheid is welvaart in

1. ruime zin
2. enge zin

Als er economische groei is dan

1. daalt het BBP
2. stijgt het BBP

Lesdoel 3

Wat zijn productiefactoren?

Productie :
Het maken van goederen en leveren van diensten

Bij het produceren heb je productiefactoren nodig

Voor elke productiefactor krijg je een beloning:

- rente

- loon/salaris

- pacht

- winst

Lezen en maken opdr 7,8 en 9 op bladzijde 214

Lesdoel 4

Wat zijn productiesectoren?

Productiesectoren   

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.

LET OP! Verschil in begrippen.

productieFACTOREN
(kapitaal, arbeid, natuur, ondernemerschap)

productieSECTOREN
(primaire, secundaire, tertiaire, quartiaire)

Lezen en maken opdr 10 en 11

op bladzijde 215

Koppel de juiste beloning aan de productiefactoren.

Natuur

Arbeid

Kapitaal

Onder-nemer-

schap

SALARIS

RENTE

WINST

PACHT

Wat zijn de beloningen voor de productiefactoren?

1. loon, pacht, huur, rente en winst
2. arbeid, natuur en kapitaal
3. loon, pacht, natuur en kapitaal
4. arbeid, rente, winst en loon

Welk van de volgende is GEEN productiesector?

1. Agrarische bedrijven
2. Dienstverlenende bedrijven
3. Industriële bedrijven
4. Overheids bedrijven

In welke productiesector hoort een meubelmaker

1. agrarische
2. industriële
3. dienstverlenende

CSG Liudger csbehoort tot de productieSECTOR:

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector
4. Quartaire sector