Vraag 1: Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op:
Hij (verhuizen) afgelopen week naar Amsterdam.
Is het nu verhuisde of verhuiste??
--> Gebruik KoFSCHiPTaXi
--> EN van verhuizen afhalen= verhuiZ
--> Z zit niet in KoFSCHiPTaXi, dus d --> hij verhuisde naar Amsterdam