Les 37 - 1HN - Maandag 18 Maa.

Les 37 - 1HN
Cursus 7 - Spelling



DOME
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 37 - 1HN
Cursus 7 - Spelling



DOME

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Journaal
2. Agenda - Cijfers en toetsweek
4. Cursus 7 - Spelling 
>Herhaling
5. Zelfstandig werken
6. PAUZE
7. Laatste paragraaf
8.Zelfstandig werken
9. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

NIEUWS VAN DE DAG


https://jeugdjournaal.nl

Slide 3 - Tekstslide

Cijfers en toetsweek
Ik kijk deze week na
>Wie heeft er nog geen recensie geschreven?<


Wat moet je leren voor de toetsweek?
Paragrafen:
8,9,10,11,12,13

Slide 4 - Tekstslide

Cursus 7

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm
-Werkwoord uit de zin
-Verbonden met het onderwerp
HOE TE VINDEN?
-Vraagzin
-Zin in andere tijd zetten

Lieke rent naar de bus terwijl ze haar kaartje vasthoudt.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde

Rent Lieke naar de bus terwijl ze haar kaartje vasthoudt?

Lieke rent naar de bus terwijl ze haar kaartje vasthoudt.

Slide 7 - Tekstslide

§8 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

§9 sterke en zwakke werkwoorden

Wat is het verschil?

Slide 11 - Tekstslide

§9 - Sterke en zwakke werkwoorden
Sterk
>Eigen vorm
>Geen regels
Lopen, zoeken, zijn
Zwak
> 'T Kofschip
Rennen, luisteren, praten

Slide 12 - Tekstslide

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

-Gebruik 't K(o)fsch(i)p
>Belangrijk: o & i doen niet mee (klinkers)
>Ezelsbruggetje

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer gebruik ik +dde(n) of +tte(n)?

Kan alleen als de laatste letter van de stam ook eindigt op een d of t.
WEL
Ik antwoordde > Antwoord = stam
NIET
Ik speeldde > Speel = stam

Slide 16 - Tekstslide

§11 - Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Alleen dubbele letters (zoals -dd of -kk) als dat nodig is voor de uitspraak:
 hebben → hadden.
Verlengproef of het op een -d of een -t eindigt:
– ik bond, want: wij/jullie/zij bonden;
– hij beet, want: wij/jullie/zij beten.

Slide 17 - Tekstslide

§13 - Onregelmatige werkwoorden
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

§12 - Voltooid deelwoord
-Eindigt meestal op -en:
gestreken, gevonden.
-Eindigt op -d of -t:
- fietsen → De wielrenner heeft heel snel gefietst.
- tekenen → Joep heeft de wielrenner getekend.
-Verlengproef
’t x-kofschip



Slide 21 - Tekstslide

Maken
Cursus 7 - Spelling
§8 tot en met §11 en §13



Klaar? oefenen via jufmelis.nl
Nadenken over je volgende leesboek

timer
30:00

Slide 22 - Tekstslide

Einde van de les

HUISWERK:




§8 tot en met 10

Slide 23 - Tekstslide