2.5

2.5
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je bij uitschuiven en andere ruimtelijke processen altijd benoemen?
A
wat er wordt uitgeschoven
B
waarvandaan wordt uitgeschoven
C
waarnaartoe er wordt uitgeschoven
D
waarnaartoe niet wordt uitgeschoven.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het leidende economische systeem in de wereld?

Slide 5 - Open vraag

Waarom hanteren we 1980 als keerpunt in de globalisering?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent liberalisering?
A
overheidsbedrijven worden verkocht.
B
bedrijven krijgen toegang tot een bepaalde markt.
C
Bedrijven worden door de overheid niet meer gesteund.
D
bedrijven worden door de overheid gekocht.

Slide 7 - Quizvraag

Door liberalisering van de wereldhandel
A
kunnen landen hun eigen producten beter beschermen
B
neemt de productie van goederen en diensten in het Verre Oosten af
C
raken gebieden economisch steeds meer met elkaar verbonden
D
wordt er weer meer geproduceerd in de Centrumlanden

Slide 8 - Quizvraag

Waar zit de WTO?
A
New York
B
Den Haag
C
Genève
D
Shanghai

Slide 9 - Quizvraag

Wie worden gezien als de motor achter het internationaler worden van productie en handel?
A
landen
B
WTO
C
MNO's
D
BRICSMIT

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Hoe wordt het afschaffen van regels genoemd?

Slide 12 - Open vraag

Wat werd er verbeterd door overheden sinds 1980 wat globalisering heeft versterkt? Het verbeteren van de ....

Slide 13 - Open vraag

Het afschaffen van handelsbelemmeringen is het beleid van

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Door globalisering wordt de productieketen (meerdere juist)
A
opgedeeld over meerdere landen
B
opgerekt over meerdere bedrijven.
C
teruggebracht tot één bedrijf
D
geplaatst in één continent

Slide 17 - Quizvraag

Welk plaatje past het beste bij
een productieketen?
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

De opdeling van de productieketen zorgt voor:
A
een toename van de wereldhandel
B
een afname van de wereldhandel

Slide 19 - Quizvraag

Welke delen van het productieproces worden nauwelijks uitgeschoven?
meerdere antwoorden juist
A
R&D (research and development)
B
marketing
C
hoofdkantoren
D
assemblage

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

De triade bestaat uit
A
Azië, Afrika en Europa
B
Europa, de VS
C
Europa, de VS en Japan (Azie)
D
Europa, VS en Canada

Slide 23 - Quizvraag

De gebieden van de triade zijn op dit moment
A
krimpende economieën
B
nog steeds de sturende centrumgebieden
C
de gebieden met de minste wereldsteden
D
economisch onbelangrijk

Slide 24 - Quizvraag

Wat bedoelen we met ruimtelijke verbrokkeling?
A
Alles begint op elkaar te lijken
B
niet elk gebied doet mee aan globaliseringe
C
producten vallen sneller uit elkaar
D
producten worden in steeds meer landen gemaakt.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Dat de ene regio wel met globalisering meedoet en de andere regio niet, leidt tot

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Wat bedoelen ze met: "het uitschuiven van de industrie"?

Slide 30 - Open vraag

Wat is assemblage?
A
Het uit elkaar halen van producten
B
Het maken van onderdelen voor een product
C
Het in elkaar zetten van een product
D
Een ander woord voor recyclen

Slide 31 - Quizvraag

Wat zijn maquiladoras?
A
Fabrieken in het grensgebied waarin onderdelen en producten worden geassembleerd
B
Goedkope arbeidskrachten in de Snowbelt
C
Technologische kenniscentra
D
Hoofdvestigingen van grote bedrijven

Slide 32 - Quizvraag

Dit is
een tegenreactie op
A
ruimtelijke ongelijkheid
B
sociale ongelijkheid

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide