Mavo 1 SteppingStones theme 6 - lesson 2

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson goals
In this lesson you:
  • practise the theme words
  • learn how to use 'to be going to'

Slide 2 - Tekstslide

Toekomstige tijd (future)
To be going to (grammar 17)
Je gebruikt 'to be going to' om te vertellen wat iemand van plan is om te gaan doen. Het is dus nog niet gebeurd, het is de toekomst.
Bijvoorbeeld: Ik ga morgen naar het strand fietsen. / I am going to cycle to the beach tomorrow.

Let op! De volgorde van de woorden in de Engelse zin is heel anders dan die in de Nederlandse zin. Kijk maar eens waar de werkwoorden staan:

Ik ga morgen naar het strand fietsen. (voor en achter in de zin)

I am going to cycle to the beach tomorrow. (alle werkwoorden achter het onderwerp)

Slide 3 - Tekstslide

Je vormt de toekomstige tijd op de volgende manier:

Onderwerp + 'to be' + going to + hele werkwoord
 'to be' = am/is/are

Dus: 
(play) Tom ... football tomorrow. - Tom is going to play football tomorrow.




Bevestigend
Ontkennend (+not)
Vragend (am/is/are vooraan)
I am going to 
You are going to
He/she/it is going to
We are going to
You are going to
They are going to
I am not going to
You aren't going to
He/she/it isn't going to
We aren't going to
You aren't going to
They aren't going to
Am I going to
Are you going to
Is he/she/it going to
Are we going to
Are you going to
Are they going to

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waarvoor gebruik je 'to be going to' in het Engels?
A
Verleden
B
Heden
C
Toekomst

Slide 6 - Quizvraag

Wat komt er gelijk na het onderwerp in deze zinnen?
A
going to
B
am/is/are
C
not
D
het hele werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat 'to be' in een vraagzin?
A
Achter het onderwerp
B
Na going to
C
Vooraan de zin
D
Achteraan de zin

Slide 8 - Quizvraag

Vul in:
I ... going to talk to the teacher.

Slide 9 - Open vraag

Vul in:
That boy ... (not) going to get an A.

Slide 10 - Open vraag

Vul in:
Tom is ... watch a film.

Slide 11 - Open vraag

Vul in:
My parents are ... work late.

Slide 12 - Open vraag

Vul in:
(buy) I am going to ... new clothes.

Slide 13 - Open vraag

Vul in:
(paint) My sister is ... a painting.

Slide 14 - Open vraag

Vul in:
(be) We ... late!

Slide 15 - Open vraag

Maak ontkennend:
Tim is going to write a letter.

Slide 16 - Open vraag

Maak vragend:
They are going to swim in the sea.

Slide 17 - Open vraag

Maak vragend:
Our aunt is going to visit us.

Slide 18 - Open vraag

Maak ontkennend:
I am going to listen to you.

Slide 19 - Open vraag

Practise theme words

theme 6

Slide 20 - Tekstslide

In the city

Slide 21 - Woordweb

department store
castle
guide
cathedral
map
double-decker bus
square
Underground
traffic lights
post office

Slide 22 - Sleepvraag

  • Finish exercises 17 u/i 28 online (staan klaar bij taken)
  • Slim stampen G, H, I (staan klaar bij taken)

Slide 23 - Tekstslide