1H herhaling PV TT en PV VT

1H
 H1 - H3 werkwoordspelling

PVTT en PVVT 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1H
 H1 - H3 werkwoordspelling

PVTT en PVVT 

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Wat is het 'einddoel'?
(wat moet je weten voor de toets?)
pv tt - pv vt - vd - ovd

De antwoorden op de toets geef je in 3 kolommen. Hoe dat moet? Dat gaan we in de komende lessen in stappen leren.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 3 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm uit de volgende zin:

Maar na een paar minuten kan ik het niet meer verbergen.

Slide 4 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm(en) uit de volgende zin:

Eerst merkt niemand het, want ik probeer heel stil te slikken.

Slide 5 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm uit de volgende zin:

Mijn borst gaat steeds sneller op en neer.

Slide 6 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm(en) uit de volgende zin:

Ik voel zweet op mijn voorhoofd en mijn keel brandt.

Slide 7 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm uit de volgende zin:

Vijf mensen drukken op hun belletje.

Slide 8 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met PVTT?

Slide 9 - Open vraag

Hoe schrijf ik de PVTT?
Ik-vorm + t
Jan werkt, zij werkt, het werkt, u werkt, werkt u, de mevrouw werkt, jij werkt

Wanneer is de schrijfwijze niet ik-vorm + t?
Er zijn 3 uitzonderingen 

Slide 10 - Tekstslide

3 uitzonderingen
1. als het de ik-vorm zelf is 
bv ik werk

2. als je/jij achter de pv staat (dan ik-vorm) 
bv werk jij

3. meervoud (dan hele ww) 
bv wij werken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe gebruik je nu de 3 kolommen waar ik het eerder over had?

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel vandaag
Hoe vind je de pv vt?
Hoe schrijf je de pv vt?

Slide 14 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met PVVT?

Slide 15 - Open vraag

Hoe vind ik de PV VT?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een zwak werkwoord?
Wat is een sterk werkwoord?

Slide 17 - Open vraag

Hoe schrijf ik de PV VT?
ZWAKKE WERKWOORDEN
't Kofschip
Ik-vorm + te(n) of +de(n)

1. hele ww - en
2. laatste letter wel in t Kofschip --> + te(n)
     laatste letter niet in t Kofschip --> + de(n)
Hoe schrijf ik de PV VT?
STERKE WERKWOORDEN
algemene ontwikkeling / geen regel

Slide 18 - Tekstslide

Oefenzinnen PV VT
1. Tom ... (krijgen) afgelopen dinsdag nieuwe lenzen. 
2. Gisteren ... (verven) Lucas zijn fiets blauw. 
3. ... (veranderen) het weer vorige week? 
4. In dat restaurant ... (bereiden) gisteren een geweldige kok het eten. 
5. Het wondje aan mijn vinger ... (genezen) gelukkig snel. 
6. Welke passagiers ... (wachten) vorige week op de trein? 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe gebruik je nu de 3 kolommen waar ik het eerder over had?

Slide 20 - Tekstslide

PV VT zwak en sterk door elkaar
Nog 1 belangrijke regel: als beide tijden kunnen, gaat de TT voor.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe gebruik je nu de 3 kolommen waar ik het eerder over had?

Slide 22 - Tekstslide

Op de volgende slide staat weer een opdracht. Nu moet je vanaf het begin met de kolommen werken...voor alle zinnen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide