Cybercriminaliteit (geldezels en fraude)

Programma 28 november
1. Bespreken huiswerk
2. Cybercriminaliteit
3. Opdracht
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DigiskillsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Programma 28 november
1. Bespreken huiswerk
2. Cybercriminaliteit
3. Opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CYBERCRIMINALITEIT

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les.. 
- leer jij meer over cybercriminaliteit 
- leer jij wat een geldezel is 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld
met cybercriminaliteit?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Met cybercriminaliteit bedoelen we alle criminaliteit met een ICT-middel gericht op een ander ICT-middel.
  • Een ICT-middel is bijvoorbeeld een telefoon, een computer of een tablet. 
  • Een voorbeeld is Whatsapp- of Tikkie fraude! 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Whatsapp fraude?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij Whatsapp fraude...
versturen oplichters valse berichten die door vrienden of familie verstuurd lijken te zijn en waarin gevraagd wordt om met spoed geld voor te schieten. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van
cybercriminaliteit
kun je nog meer
bedenken?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zijn alle hackers cybercriminelen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De broer van je vriend vraagt of jij voor hem 100 euro wil pinnen. Het wordt eerst naar je over gemaakt en dan pin jij het geld voor hem.
Ja! Waarom niet?
Nee.

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij wat een geldezel is?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een geldezel, money mule of katvanger laat zijn rekening gebruiken om geld van criminelen naar iemand anders over te maken of wit te wassen. Geldezels worden vaak geronseld via social media of op hangplekken voor jongeren. Het lijkt een goede manier om snel geld te verdienen, maar je hebt te maken met criminelen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wisten jullie dit? 
In de volgende video wordt nog een keer goed uitgelegd hoe het werkt. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ben, of ken jij iemand die weleens is opgelicht op het internet? Wat gebeurde er?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld
met phishing?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bij phishing...
‘vissen’ criminelen naar je gegevens, met die informatie plegen ze fraude met internetbankieren, creditcards, of je identiteit.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij hier op klikken?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je
phishing?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Door goed te lezen kun je gekke dingen herkennen.
  • Let op spelfouten.
  • Phishing-berichten beginnen vaak onpersoonlijk.
  • Je moet vaak “SNEL” iets doen.
  • Je moet vaak ergens op klikken of iets downloaden.
  • Er staan verdachte zinnen in.
  • Het is een gek e-mail adres of een e-mail adres met spelfouten. 
  • Bedrijven gebruiken NOOIT een @hotmail.com, @gmail.com, @outlook.com of @msn.com
  • Er worden link verkorters gebruikt zoals T.co, bit.ly en Goo.gl.
  • Er staat: “Klik hier om in te loggen” - Doe dit nooit. Hackers maken websites na. Ga zelf naar de juiste URL en log zo in. 
  • Er staan rare woorden in de linkjes.
  • Spreken ze, of gebruiken ze, een andere taal?
  • Door een buitenlands telefoonnummer dat wordt gebruikt. 

Slide 21 - Tekstslide

Neem deze kenmerken van phishing door met de leerlingen. Zien zij deze weleens voorbij komen? Missen zij nog kenmerken? 

Cybercrime is minder ernstig dan andere soorten criminaliteit. 
Stelling:

Slide 22 - Tekstslide

Bespreek de stelling met de leerlingen. Als er genoeg tijd over is kun je er hier ook voor kiezen om de klas in twee delen: het ene deel is voor, en het andere deel tegen. 

Laat leerlingen in duo’s argumenten bedenken. Laat vervolgens de discussie van start gaan. 

Cybercrime is minstens zo erg als andere soorten criminaliteit, ook al wordt het doorgaans onderschat. Doel van de discussie is om leerlingen te laten nadenken over de gevolgen van cybercrime. 

Voorbeelden argumenten: 
Voor: 
-er zit geen fysieke kant aan (je kunt bijvoorbeeld niet in elkaar geslagen worden) 

Tegen: 
-door een cybercrime als sextortion kan een afbeelding wijdverspreid worden over het internet
-je hebt minder zicht op wie de dader is bij cybercrime 

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 23 - Open vraag

Vraag leerlingen wat voor hen de allerbelangrijkste tip is uit deze les. Wat is de boodschap die ze aan vrienden en familieleden kunnen meegeven? 


Opdracht: Hoe bescherm je je geld?
  • Maak 2 of 3 tallen
  • Maak een poster over tips om geen geldezel te worden (digitaal)
  • 1. wat is een geldezel?
  • 2. Wat kun je doen om geen geldezel te worden?
  • 3. Wat moet je doen als je er toch in bent getrapt? -> tips geven

    ZOEK ONLINE NAAR INFORMATIE
Je kan er 1 punt extra mee verdienen voor de toets over H2

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Hoe bescherm je je geld?

Je kan er 1 punt mee verdienen voor 
de toets over H3

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les.. 
- heb jij meer geleerd over cybercriminaliteit 
- hebben we verschillende soorten cybercrime besproken zoals phishing, WhatsApp-fraude en geldezels. 

Slide 26 - Tekstslide

Vat klassikaal de hoofdpunten uit de les samen. Bespreek met leerlingen of ze dingen anders zullen gaan doen naar aanleiding van deze les.   

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies