In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Evangelie
levensverhalen over Jezus
in de bijbel
Slide 1 - Tekstslide
Vier evangelisten
Slide 2 - Tekstslide
De vier evangelisten worden vaak afgebeeld met een van de vier figuren:
-Matteüs met de mens
- Marcus met de leeuw
- Lucas met het rund
- Johannes met de adelaar.
Slide 3 - Tekstslide
Het evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 4, vers 26 tot en met 32
Slide 4 - Tekstslide
Hoe heten de verhalen waarin Jezus een iets uitlegt door te vergelijken met iets uit het dagelijkse leven?
Parabel of gelijkenis
Slide 5 - Tekstslide
Wat is dus een parabel of gelijkenis?
E
en gelijkenis is een verhaal
over een alledaagse situatie,
met een verrassende wending
en een verborgen boodschap.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de bedoeling ervan?
De boodschap wil jou veranderen, bijvoorbeeld:
Wat je doet (handelen)
Wat je denkt (geweten)
Wat je overtuiging is (normen en waarden)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat wordt bedoeld met het koninkrijk van God?
Een droom van een wereld vol vrede en liefde
Slide 9 - Tekstslide
Waarom slaapt de zaaier
Hij heeft goed gezorgd voor de grond en hij heeft vertouwen in het potentieel van het zaadje.
Slide 10 - Tekstslide
Klein= zaadje
Groot= Boom
Slide 11 - Tekstslide
Klein: een idee/ plan
kwetsbaar, moeilijk zichtbaar, snel verloren
Slide 12 - Tekstslide
Groot: het resultaat
sterk, belangrijk, betekenisvol
Slide 13 - Tekstslide
Waarom is het kleinste het grootste?
Alle belangrijke en mooie dingen in het leven van een mens beginnen heel klein en groeien.
Slide 14 - Tekstslide
Bijvoorbeeld
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Evangelie
levensverhalen over Jezus
in de bijbel
Slide 18 - Tekstslide
Vier evangelisten
Slide 19 - Tekstslide
De vier evangelisten worden vaak afgebeeld met een van de vier figuren:
-Matteüs met de mens
- Marcus met de leeuw
- Lucas met het rund
- Johannes met de adelaar.
Slide 20 - Tekstslide
Het evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 4, vers 1 tot en met 8 en vers 13 tot en met 20
Slide 21 - Tekstslide
Hoe heten de verhalen waarin Jezus een iets uitlegt door te vergelijken met iets uit het dagelijkse leven?
Parabel of gelijkenis
Slide 22 - Tekstslide
Wat is dus een parabel of gelijkenis?
E
en gelijkenis is een verhaal
over een alledaagse situatie,
met een verrassende wending
en een verborgen boodschap.
Slide 23 - Tekstslide
Wat is de bedoeling ervan?
De boodschap wil jou veranderen, bijvoorbeeld:
Wat je doet (handelen)
Wat je denkt (geweten)
Wat je overtuiging is (normen en waarden)
Slide 24 - Tekstslide
Vincent van Gogh, De Zaaier, 1888
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
De ongelovigen = naast de weg
vers 15
Mensen die de boodschap wel gehoord hebben,
maar zich er volledig voor afsluiten.
Slide 27 - Tekstslide
Oppervlakkigen = op de rotsen
vers 17
Ze zijn eerst heel enthousiast, maar ze zijn de boodschap snel vergeten.
Mensen die de boodschap wel gehoord hebben,
maar zich er volledig voor afsluiten.
Slide 28 - Tekstslide
Materialisten = tussen het onkruid
vers 18 - 19
Ze hebben de boodschap gehoord, maar ze zijn teveel bezig met andere zaken om de boodschap te begrijpen.
Slide 29 - Tekstslide
Gelovigen = in goede grond
vers 20
Ze horen en aanvaarden de boodschap. Ze laten de boodschap doordringen tot hun hart en ze bloeien open.
Slide 30 - Tekstslide
Wat bedoelt Jezus met "De zaaier zaait het woord"?
vers 14
Zaaier = God
Het woord = de boodschap
God verspreidt de boodschap, maar de mensen moeten er ook zelf iets mee doen. Wat ze er mee doen kiezen ze zelf.
Slide 31 - Tekstslide
In de film botsen 2 manieren van 'samen-wereld zijn'. Welke?
1: Wat maakt het uit, iedereen doet zijn eigen zin, trek je plan.
2: Je kan de wereld beter maken door voor elkaar te zorgen.
Slide 32 - Tekstslide
Het evangelie is
A
Het oude testament
B
een ander woord voor bijbel
C
het levensverhaal van Jezus
D
het verhaal van de joden
Slide 33 - Quizvraag
Wat betekend het woord ''Evangelie''?
A
Boek
B
Heilig
C
Goed nieuws
D
Verhaal
Slide 34 - Quizvraag
Wie waren de vier evangelisten?
A
Marcus, Mattheüs, Johannes en Thomas
B
Marcus, Petrus, Johannes en Lucas
C
Marcus, Mattheus, Lucas en Johannes
Slide 35 - Quizvraag
Wie is NIET een evangelist?
A
Paulus
B
Mattheus
C
Marcus
D
Lucas
Slide 36 - Quizvraag
Wie van deze vier is GEEN evangelist?
A
Matteüs
B
Lucas
C
Marcus
D
Petrus
Slide 37 - Quizvraag
Wat is een gelijkenis?
A
Een waargebeurd verhaal in de tijd van Jezus
B
Een voorbeeldverhaal waar je iets uit kan leren
C
Een sprookje met een moraal.
D
Een wiskundige term waar je iets van kunt leren.
Slide 38 - Quizvraag
Welke kenmerken heeft een gelijkenis?
A
het is een verhaal over schapen
B
het is een waargebeurd verhaal
C
het is een verhaal met een boodschap
D
het is een onbegrijpelijk verhaal
Slide 39 - Quizvraag
Wat geen kenmerk van een gelijkenis?
A
Het gaat over het dagelijks leven
B
Het verhaal heeft een verrassende wending
C
Het is bedoeld om iets te leren
D
Het verhaal is waargebeurd
Slide 40 - Quizvraag
Wat is waar over het Koninkrijk van God?
A
Iedere Belg hoort er bij
B
Je kunt het vinden in Palestina / Israël
C
De hoofdstad ervan is Rome
D
Iedere mens hoort er bij
Slide 41 - Quizvraag
Wat is het alledaagse in dit verhaal?
A
de boer die het land inzaait
B
de plaatsen waar de boer zaait
C
de oogst aan het einde
D
alle drie zijn juist
Slide 42 - Quizvraag
Wat is de verrassende wending in dit verhaal?
A
de boer die het land inzaait
B
de plaatsen waar de boer zaait
C
de oogst aan het einde
D
alle drie zijn juist
Slide 43 - Quizvraag
Wat zou Jezus bedoelen met het zaad?
A
dat is gewoon zaaizaad
B
dat zijn de mensen die luisteren
C
dat zijn de lessen die hij
de mensen leert
Slide 44 - Quizvraag
Wat is de boodschap (of bedoeling) van de gelijkenis van de zaaier ?
A
je moet goed opletten waar je zaait
B
je kunt er niets aan doen of je succes hebt
C
goede raad moet je omzetten in daden
D
alle drie zijn juist
Slide 45 - Quizvraag
Een voorbeeld voor iemand die het woord hoort en direct enthousiast is. Maar het zit niet diep, het is oppervlakkig. Zo gauw er tegenslag is, geeft hij het geloof op.
Een voorbeeld voor iemand die wel luistert, maar het niet begrijpt en er niets mee doet.
Een voorbeeld voor iemand die het woord hoort en begrijpt en ernaar leeft.
Dit zaad is een voorbeeld voor iemand die Gods Woord wel gehoord heeft, maar er geen aandacht aan besteedt. Het gewone leven neemt hem teveel in beslag.
Jezus zelf is de zaaier. Maar de mensen luisteren er heel verschillend naar.
Iemand ging naar zijn land om te zaaien.
Een deel viel op de weg. De vogels aten het zaad op.
Een deel viel op rotsachtige grond. Een dun laagje aarde. De vrucht schoot snel op, maar verdorde toen de zon erop scheen.
Een deel viel tussen de distels en verstikte.
Een deel viel op de goede grond en bracht veel vrucht op.