In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Evangelie
levensverhalen over Jezus
in de bijbel
Slide 1 - Tekstslide
Vier evangelisten
Slide 2 - Tekstslide
De vier evangelisten worden vaak afgebeeld met een van de vier figuren:
-Matteüs met de mens
- Marcus met de leeuw
- Lucas met het rund
- Johannes met de adelaar.
Slide 3 - Tekstslide
Het evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 4, vers 1 tot en met 8 en vers 13 tot en met 20
Slide 4 - Tekstslide
Hoe heten de verhalen waarin Jezus een iets uitlegt door te vergelijken met iets uit het dagelijkse leven?
Parabel of gelijkenis
Slide 5 - Tekstslide
Wat is dus een parabel of gelijkenis?
E
en gelijkenis is een verhaal
over een alledaagse situatie,
met een verrassende wending
en een verborgen boodschap.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de bedoeling ervan?
De boodschap wil jou veranderen, bijvoorbeeld:
Wat je doet (handelen)
Wat je denkt (geweten)
Wat je overtuiging is (normen en waarden)
Slide 7 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met het koninkrijk van God?
Een droom van een wereld vol vrede en liefde
Slide 8 - Tekstslide
Waarom slaapt de zaaier
Hij heeft goed gezorgd voor de grond en hij heeft vertrouwen in het potentieel van het zaadje.
Slide 9 - Tekstslide
Klein= zaadje
Groot= Boom
Slide 10 - Tekstslide
Klein: een idee/ plan
kwetsbaar, moeilijk zichtbaar, snel verloren
Slide 11 - Tekstslide
Groot: het resultaat
sterk, belangrijk, betekenisvol
Slide 12 - Tekstslide
Waarom is het kleinste het grootste?
Alle belangrijke en mooie dingen in het leven van een mens beginnen heel klein en groeien.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe heten de verhalen waarin Jezus een iets uitlegt door te vergelijken met iets uit het dagelijkse leven?
Parabel of gelijkenis
Slide 14 - Tekstslide
Vincent van Gogh, De Zaaier, 1888
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
De ongelovigen = naast de weg
vers 15
Mensen die de boodschap wel gehoord hebben,
maar zich er volledig voor afsluiten.
Slide 17 - Tekstslide
Oppervlakkigen = op de rotsen
vers16- 17
Ze zijn eerst heel enthousiast, maar ze zijn de boodschap snel vergeten.
Slide 18 - Tekstslide
Materialisten = tussen het onkruid
vers 18 - 19
Ze hebben de boodschap gehoord, maar ze zijn teveel bezig met andere zaken om de boodschap te begrijpen.
Slide 19 - Tekstslide
Gelovigen = in goede grond
vers 20
Ze horen en aanvaarden de boodschap. Ze laten de boodschap doordringen tot hun hart en ze bloeien open.
Slide 20 - Tekstslide
Wat bedoelt Jezus met "De zaaier zaait het woord"?
vers 14
Zaaier = God
Het woord = de boodschap
God verspreidt de boodschap, maar de mensen moeten er ook zelf iets mee doen. Wat ze er mee doen kiezen ze zelf.
Slide 21 - Tekstslide
In de film botsen 2 manieren van 'samen-wereld zijn'. Welke?
1: Wat maakt het uit, iedereen doet zijn eigen zin, trek je plan.
2: Je kan de wereld beter maken door voor elkaar te zorgen.
Slide 22 - Tekstslide
Het evangelie is
A
Het oude testament
B
een ander woord voor bijbel
C
het levensverhaal van Jezus
D
het verhaal van de joden
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekend het woord ''Evangelie''?
A
Boek
B
Heilig
C
Goed nieuws
D
Verhaal
Slide 24 - Quizvraag
Wie waren de vier evangelisten?
A
Marcus, Mattheüs, Johannes en Thomas
B
Marcus, Petrus, Johannes en Lucas
C
Marcus, Mattheus, Lucas en Johannes
Slide 25 - Quizvraag
Wie is NIET een evangelist?
A
Paulus
B
Mattheus
C
Marcus
D
Lucas
Slide 26 - Quizvraag
Wie van deze vier is GEEN evangelist?
A
Matteüs
B
Lucas
C
Marcus
D
Petrus
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een gelijkenis?
A
Een waargebeurd verhaal in de tijd van Jezus
B
Een voorbeeldverhaal waar je iets uit kan leren
C
Een sprookje met een moraal.
D
Een wiskundige term waar je iets van kunt leren.
Slide 28 - Quizvraag
Welke kenmerken heeft een gelijkenis?
A
het is een verhaal over schapen
B
het is een waargebeurd verhaal
C
het is een verhaal met een boodschap
D
het is een onbegrijpelijk verhaal
Slide 29 - Quizvraag
Wat geen kenmerk van een gelijkenis?
A
Het gaat over het dagelijks leven
B
Het verhaal heeft een verrassende wending
C
Het is bedoeld om iets te leren
D
Het verhaal is waargebeurd
Slide 30 - Quizvraag
Wat is het alledaagse in dit verhaal?
A
de boer die het land inzaait
B
de plaatsen waar de boer zaait
C
de oogst aan het einde
D
alle drie zijn juist
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de verrassende wending in dit verhaal?
A
de boer die het land inzaait
B
de plaatsen waar de boer zaait
C
de oogst aan het einde
D
alle drie zijn juist
Slide 32 - Quizvraag
Wat zou Jezus bedoelen met het zaad?
A
dat is gewoon zaaizaad
B
dat zijn de mensen die luisteren
C
dat zijn de lessen die hij
de mensen leert
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de boodschap (of bedoeling) van de gelijkenis van de zaaier ?
A
je moet goed opletten waar je zaait
B
je kunt er niets aan doen of je succes hebt
C
goede raad moet je omzetten in daden
D
alle drie zijn juist
Slide 34 - Quizvraag
Een voorbeeld voor iemand die het woord hoort en direct enthousiast is. Maar het zit niet diep, het is oppervlakkig. Zo gauw er tegenslag is, geeft hij het geloof op.
Een voorbeeld voor iemand die wel luistert, maar het niet begrijpt en er niets mee doet.
Een voorbeeld voor iemand die het woord hoort en begrijpt en ernaar leeft.
Dit zaad is een voorbeeld voor iemand die Gods Woord wel gehoord heeft, maar er geen aandacht aan besteedt. Het gewone leven neemt hem teveel in beslag.
Jezus zelf is de zaaier. Maar de mensen luisteren er heel verschillend naar.
Iemand ging naar zijn land om te zaaien.
Een deel viel op de weg. De vogels aten het zaad op.
Een deel viel op rotsachtige grond. Een dun laagje aarde. De vrucht schoot snel op, maar verdorde toen de zon erop scheen.
Een deel viel tussen de distels en verstikte.
Een deel viel op de goede grond en bracht veel vrucht op.