Spelling 8 - 3_2_3 (tegenwoordig deelwoord 2)

Welke zelfstandig naamwoorden
ken je die beginnen met een C?
1 / 19
volgende
Slide 1: Woordweb
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke zelfstandig naamwoorden
ken je die beginnen met een C?

Slide 1 - Woordweb

TEGENWOORDIG DEELWOORD
Je bent er nu nog mee bezig of HOE doe je iets

HELE WERKWOORD + d

Lopend naar school, zag ik een vogel.

Slide 2 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord van
VLIEGEN

Slide 3 - Open vraag

Tegenwoordig deelwoord van
SNURKEN

Slide 4 - Open vraag

Tegenwoordig deelwoord van
RIJDEN

Slide 5 - Open vraag

[LOPEN]

__________ naar school, zag ik een bus.

Slide 6 - Open vraag

[HUILEN]

__________ liep het meisje naar buiten.

Slide 7 - Open vraag

[BLOEDEN]

__________ ligt hij op de grond.

Slide 8 - Open vraag

1e woord

Slide 9 - Open vraag

2e woord

Slide 10 - Open vraag

3e woord

Slide 11 - Open vraag

1e zin

Slide 12 - Open vraag

(STAAN)

Jullie _____________ gisteren op het verkeerde veld.

Slide 13 - Open vraag

(VERGETEN)

Toen _________ Tim zijn gymspullen mee te nemen.

Slide 14 - Open vraag

(ADOPTEREN)

Hendrik en Stevano _____________ gisteren een kat.

Slide 15 - Open vraag

(BREIEN)

Theo heeft een paar sokken _____________.

Slide 16 - Open vraag

(FLUITEN)

________ maakte hij de sommen.

Slide 17 - Open vraag

Wat heb ik geleerd?

Slide 18 - Woordweb

Hoe heb ik gewerkt?

Slide 19 - Woordweb