3.1 en 3.3

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les.
  • Huiswerk controleren.
  • Uitleg 3.1
  • Werken.
  • Uitleg 3.3

Slide 2 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde:
1
2
3

Slide 3 - Tekstslide

Koninkrijk
750 v.C. - 509 v.C.
Republiek      509 v.C. - 48 v.C.
Keizerrijk 
48 v.C. - 500 n.C.
  • Koningen zijn de baas, maar het volk jaagt de laatste koning, Superbus, weg! Ze vonden hem te wreed.
  • De rijke burgers bestuurden het rijk. Een groep zat in de senaat. De twee consuls waren het belangrijkst. Zij krijgen veto-recht, dus een bepalende stem.
  • Ceasar was een legerleider, die de macht afpakte van de senaat. Hij werd daarom vermoord, maar zijn adoptiezoon Augustus zorgde ervoor dat hij alle macht kreeg.

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken.

  • Paragraaf 3.1 vraag 1 t/m 6.
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Ik kan uitleggen hoe het Romeinse Rijk uitgroeide tot een wereldrijk.
  • Ik kan de belangrijkste verschillen geven tussen de regering van de Romeinse Republiek en die van het Romeinse Rijk.
  • Ik kan enkele kenmerken noemen van de Romeinse cultuur.
  • Ik kan uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde en welke gevolgen dat had voor de Germaanse cultuur.


Slide 6 - Tekstslide

Rome houdt de macht.
  1. Rome heeft een professioneel leger. Er zijn beroepsmilitairen die erg trouw zijn.
  2. Rome liet zijn veroverde gebieden een eigen bestuur houden. Ze moesten dan wel soldaten leveren.  
  3. Het Romeinse keizerrijk was heel succesvol in de 1e en 2e      ee                       eeuw na Chr. Er was vrede in het rijk. Dit heet het                                                     Pax Romana. Een tijd waarin er veiligheid was.              
Senatus Populusque Romanus

Slide 7 - Tekstslide

De groei van het Romeinse Rijk.

Slide 8 - Tekstslide

Vermenging
  • De Rijn is de grens van het Romeinse rijk.
  • In Nederland woonde Germaanse stammen zoals de Bataven.
  • Sommige Bataven gaan werken in het Romeinse leger.
  • De Bataven nemen steeds meer Romeinse gebruiken over.

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk.

10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Maak op blz 81 vraag 12.
Maak op blz 82 t/m 85 vraag 1 t/m 10.

Slide 10 - Tekstslide