Koningen zijn de baas, maar het volk jaagt de laatste koning, Superbus, weg! Ze vonden hem te wreed.
De rijke burgers bestuurden het rijk. Een groep zat in de senaat. De twee consuls waren het belangrijkst. Zij krijgen veto-recht, dus een bepalende stem.
Ceasar was een legerleider, die de macht afpakte van de senaat. Hij werd daarom vermoord, maar zijn adoptiezoon Augustus zorgde ervoor dat hij alle macht kreeg.
Slide 4 - Tekstslide
Nakijken.
Paragraaf 3.1 vraag 1 t/m 6.
Eén persoon leest de vraag voor.
Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe het Romeinse Rijk uitgroeide tot een wereldrijk.
Ik kan de belangrijkste verschillen geven tussen de regering van de Romeinse Republiek en die van het Romeinse Rijk.
Ik kan enkele kenmerken noemen van de Romeinse cultuur.
Ik kan uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde en welke gevolgen dat had voor de Germaanse cultuur.
Slide 6 - Tekstslide
Rome houdt de macht.
Rome heeft een professioneel leger. Er zijn beroepsmilitairen die erg trouw zijn.
Rome liet zijn veroverde gebieden een eigen bestuur houden. Ze moesten dan wel soldaten leveren.
Het Romeinse keizerrijk was heel succesvol in de 1e en 2e ee eeuw na Chr. Er was vrede in het rijk. Dit heet het Pax Romana. Een tijd waarin er veiligheid was.
Senatus Populusque Romanus
Slide 7 - Tekstslide
De groei van het Romeinse Rijk.
Slide 8 - Tekstslide
Vermenging
De Rijn is de grens van het Romeinse rijk.
In Nederland woonde Germaanse stammen zoals de Bataven.
Sommige Bataven gaan werken in het Romeinse leger.
De Bataven nemen steeds meer Romeinse gebruiken over.