les 3

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 6.2
Maken de opdrachten van deze paragraaf

Telefoons
Kauwgom in de prullenbak
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 6.2
Maken de opdrachten van deze paragraaf

Telefoons
Kauwgom in de prullenbak

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk vandaag
Doornemen paragraaf 6.2
Maken de opdrachten van deze paragraaf

Telefoons
Kauwgom in de prullenbak

Slide 2 - Tekstslide





  • We kijken het gemaakte werk na
  • Ik bespreek paragraaf 6.3  Wat doet de overheid voor ons?
  • je kunt beginnen aan het huiswerk
  • we eidigen met een quizje over het hoofdstuk tot nu toe
Deze les

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 17
Je zit nu op school, je bent over de weg gekomen, het afval wat je weggooit wordt opgeruimd, in je gemeente zijn er sportfacaliteiten, de gemeente waar je woont wordt bestuurd en het land ook

Opdracht 18                                     
a)van van een speeltuin kan iedereen gebruik maken
b) de gemeente zal het onderhoud van deze speeltuin betalen.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 19
a) de brandweer komt bij iedereen =>  het is immers een collectieve voorziening
b) de brandweer wordt betaald door het Rijk

Opdracht 20
Collectieve voorzieningen zijn:
1, 2 en 4

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 21
Tot de collectieve sector horen:
1 Academisch ziekenhuis
3 Waterleidingsbedrijf

Opdracht 22
Oorzaken waardoor mensen geen of weinig inkomen hebben: iemand is ziek, iemand is ontslagen, iemand kan geen werk vinden.



Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 23
a) AOW: Algemene Ouderdoms Wet
b) deze krijgt iedereen vanaf zijn 67ste (de pensioenleeftijd)

Opdracht 24
a) deze uitkering wordt betaald door het Rijk
b) dat is de WW (Werkloosheids Wet)




Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 25
a) de grafiek laat de daling van de WW uitkeringen van jongeren verspreid over Nederland zien 
b) in de regio Noord Holland is de daling tussen de -11 en -15%
c) de daling is het kleinst in regio Zeeland



Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 26


a) alle mensen met een inkomen betalen sociale premies omdat we een sociaal land zijn, we houden rekening met elkaar. Er zijn veel mensen met een uitkering, dat moet wel betaald kunnen worden.
b) De inhoudingen draagt de werkgever af aan de overheid.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 27
a) Meneer Jansen zit onder het maximum hij betaalt 17,9% van 20250 = € 3.624,75
b) Mevrouw Peetes zit boven het maximum, zij betaalt 17,9% van 33.715 = € 6.034,99
c) ook mevrouw Thijs zit boven het maximum, zij betaalt dus ook de € 6.034,99

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 28
a) mensen die niet werken hebben uitkering. Deze wordt betaald door de mensen die wel werken.
b) dit zijn de WW en de AOW
            
Opdracht 29
Bedrijven in de particuliere sector hebben winst nodig om voort te kunnen bestaan. Eigenaren halen hier hun inkomen uit en vaak worden er investeringen meegedaan om verder te groeien.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 30
Particuliere bedrijven in de omgeving:




Opdracht 31

Particuliere sector
Collectieve sector
banken
gemeente
garagebedrijven
scholen
supermarkten
UWV

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 32
a) een bedrijf in de collectieve sector: de walkant is er immers ter bescherming van een heel gebied.
b) het kanaal hoort bij de collectieve voorzieningen; het maakt onderdeel uit van de infrastructuur.
            

Slide 13 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Soorten belasting:
  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting
  • Belasting over de winst

  • BTW
  • Accijns

Slide 16 - Tekstslide

Belastingen
  • Directe belastingen
  • (betaal je direct aan de overheid, bijv. loonbelasting of belasting over winst)
  • Indirecte belastingen
  • (betaal je via een tussenstap aan de overheid, bijv. btw, accijns)

Slide 17 - Tekstslide

Subsidie = financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven te stimuleren
  • Sporten
  • Museumbezoek
  • Milieuvriendelijker produceren
  • ...

Slide 18 - Tekstslide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven
  • Boetes

Slide 19 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 
Samenvattend: 
  • Belastinginkomsten (direct en indirect 
  • Premies (zie 6.2)
  • Niet-belastinginkomsten
  • winst uit staatsbedrijven     (NS, Schiphol)
  • verkoop aardgas
  • boetes

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Doornemen paragraaf 6.3
Maken: alle opdrachten van deze paragraaf

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting les

  • er volgen een aantal vragen
  • maak de vraag, we kijken ze daarna na

Slide 22 - Tekstslide

Een rekenmachine kost € 7,99 in de winkel. Dit is inclusief 21% btw.
Bereken de verkoopprijs (excl. btw).
A
€ 6,60
B
€ 7,97
C
€ 6,31
D
€ 5,96

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn accijns?
A
extra kosten op voedsel
B
belasting voor kleding
C
geld wat terug kan krijgen
D
extra belasting op tabak, drank en benzine

Slide 24 - Quizvraag

Accijns is een
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 25 - Quizvraag

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 27 - Quizvraag

Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine

Slide 28 - Quizvraag

Welk inkomen van de overheid hoort NIET bij niet-belastinginkomsten?
A
Winst overheidsbedrijven
B
Aardgasinkomsten
C
Boetes
D
Subsidies

Slide 29 - Quizvraag

Een laptop kost in de winkel € 799,- Dit is inclusief 21% btw.
Bereken hoeveel je aan btw betaald.
A
€ 167,79
B
€ 138,67
C
€ 38,05
D
€ 79,90

Slide 30 - Quizvraag

Stel... je krijgt € 100,- als je 4 weken lang na elke pauze de kantine veegt. Wat doe je dan?
A
Echt niet!
B
Nou, dat is best een leuk bedrag. Ik wil het wel doen

Slide 31 - Quizvraag

Stel... je moet € 100,- betalen als je een papiertje of zoiets op de grond gooit.
A
Jammer dan, ik doe het lekker toch. Dan betaal ik wel.
B
Dat vind ik veel te veel geld. Ik doe het echt niet meer!

Slide 32 - Quizvraag

Wat is geen collectieve voorziening?
A
wegen
B
sporthal
C
winkelcentrum
D
speeltuin

Slide 33 - Quizvraag

Welk bedrijf of instelling hoort niet bij de collectieve sector?
A
Gemeente
B
UWV
C
Bank
D
Sociale dienst

Slide 34 - Quizvraag

Het geld voor de sociale zekerheid krijgt de overheid via:
A
inkomstenbelasting
B
sociale premies
C
btw
D
accijns

Slide 35 - Quizvraag

Welke bedrijven horen bi de particuliere sector?
A
brandweer
B
vuilnisdienst
C
dokters
D
banken

Slide 36 - Quizvraag