6.3 Hoe komt de overheid aan geld?

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 

Slide 1 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 
Deze les leer je:

waar het grootste gedeelte van de inkomsten van de overheid vandaan komen

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opgave 26

a Met dit geld kan de overheid de uitkeringen betalen.
b De werkgever houdt de premies in op het loon en geeft die door aan de overheid.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opgave 27
a 17,9% van € 20.250 = …
   0,179 × € 20.250 = € 3.624,75
b en c Allebei hebben een inkomen dat hoger is dan € 33.715. 

Dat is het maximum bedrag waarover de premie berekend wordt.
   17,9% van € 33.715 = …
   0,179 × € 33.715 = € 6.034,99



Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opgave 29








De winst die de ondernemer behaalt is zijn inkomen.

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opgave 31

Particuliere sector: banken – garagebedrijven – supermarkten.
Collectieve sector: gemeente – scholen – UWV.




Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opgave 32








a Een particulier bedrijf. (Maar dat voert het werk uit in opdracht van de overheid.)

b Bij de collectieve voorzieningen.

Slide 7 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 
Deze les leer je:

waar het grootste gedeelte van de inkomsten van de overheid vandaan komen

Slide 8 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld
De inkomsten van de overheid bestaan grotendeels uit belastingen. 

Belasting is een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Belasting is
A
Verplicht
B
Niet verplicht
C
In principe verplicht

Slide 11 - Quizvraag

6.3 Hoe komt de overheid aan geld
Soorten belasting:
  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting
  • Belasting over de winst

  • BTW
  • Accijns

Slide 12 - Tekstslide

Soorten Belastingen

Loonbelasi

Slide 13 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld
Belastingen
  • Directe belastingen
  • (betaal je direct aan de overheid, bijv. loonbelasting of belasting over winst)
  • Indirecte belastingen
  • (betaal je via een tussenstap aan de overheid, bijv. btw, accijns)

Slide 14 - Tekstslide

Wat is geen belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 15 - Quizvraag

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 16 - Quizvraag

6.3 Hoe komt de overheid aan geld
Subsidie = financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven te stimuleren
  • Sporten
  • Museumbezoek
  • Milieuvriendelijker produceren
  • Duurzame energie (zoals zonnepanelen

Slide 17 - Tekstslide

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 

Slide 18 - Tekstslide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven (Schiphol/NS)
  • Boetes

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 20 - Quizvraag

Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine

Slide 21 - Quizvraag

6.3 Hoe komt de overheid aan geld? 
Samenvattend: 
  • Belastinginkomsten (direct en indirect 
  • Premies (zie 6.2)
  • Niet-belastinginkomsten
  • winst uit staatsbedrijven     (NS, Schiphol)
  • verkoop aardgas
  • boetes

Slide 22 - Tekstslide

Welke belasting is een directe belasting?
A
BTW
B
inkomstenbelasting
C
accijns
D
vlaktaks

Slide 23 - Quizvraag

Welk inkomen van de overheid hoort NIET bij niet-belastinginkomsten?
A
Winst overheidsbedrijven
B
Aardgasinkomsten
C
Boetes
D
Subsidies

Slide 24 - Quizvraag

Een laptop kost in de winkel € 799. Dit is inclusief 21% btw.
Bereken hoeveel je aan btw betaald.
A
€ 167,79
B
€ 138,67
C
€ 38,05
D
€ 79,90

Slide 25 - Quizvraag

Opdrachten maken
 

33, 34, 36, 37, 38 en 40 op blz 166 +167

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video