week 43-grammatica-1b

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat ligt er op je tafel?

           

           Kom binnen en  
           ga zitten op  jouw plek.

1

WELKOM!

2

 Werkboek

   Pen

 Laptop

1. We herhalen de persoonsvorm (pv).

2. Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg).

3. LessonUp vragen beantwoorden.

4 We maken het werkblad of de opdrachten online.

5. Digitaal nakijken of antwoordenblad.

6. Afsluiting zoek de werkwoorden.

VANDAAG

woensdag 21 oktober 2020

Programma

• Je weet wat de pv is en je kan de pv in een zin vinden.
• Je leert wat het werkwoordelijke gezegde (wg) is.
• Je weet aan het eind van de les de werkwoordelijke gezegdes uit een zin te halen.

LESDOELEN

Belangrijk: 

• Het gezegde is een zinsdeel. De pv en de andere werkwoorden vormen samen het werkwoordelijk gezegde (wg).
• Het werkwoordelijk gezegde (wg)vormt samen met het onderwerp (O) de korte zin.
• De korte zin geeft globaal de inhoud van de zin weer.
• Als er maar een werkwoord is, dan zijn persoonsvorm(pv) en werkwoordelijk gezegde (wg) gelijk.

Wat is de pv en het wg in de volgende zin?
De bandweer heeft een jongen uit de boom gehaald.

Wat is de pv en het wg in de volgende zin?
Het kind van negen was in de boom geklommen.

Wat is de pv en het wg in de volgende zin?
Hij kon niet meer naar beneden klimmen.

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Je krijgt een werkblad. 

• Maak opdracht 5, 6 en 7
• Bekijk de antwoorden (antwoordenblad)
• Vragen laat het weten
• Maak de * opdracht en daarna NUMO

Werkblad

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H2.7 - opdracht 5 t/m 7

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje

Maak de * opdracht 10

NUMO

0

Afronding van de les: eerst de leerlingen de songtekst laten luisteren en ze de werkwoorden op laten schrijven. Daarna het nummer nog eens draaien en ze steeds bij de werkwoorden laten opstaan van hun stoel of het per sheet nabespreken.

Wat vond je goed gaan?

Waar heb je hulp bij nodig?

Vertel over je werkhouding.

Evaluatie

Wat heb je geleerd?

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!