Formules Grootheden Eenheden selecteren

Formules Grootheden Eenheden selecteren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formules Grootheden Eenheden selecteren

Slide 1 - Tekstslide

Symbolen
Gebruik tabel 6 in je Binas om
de juiste symbolen te selecteren

Slide 2 - Tekstslide

De spanning op het stopcontact is 230 volt.
A
I = 230 V
B
U = 230 V
C
R = 230 V
D
P = 230 V

Slide 3 - Quizvraag

Het vermogen van de computer is 360 watt
A
U = 360 W
B
P = 360 W
C
I = 360 W
D
R = 360 W

Slide 4 - Quizvraag

Er loopt een stroom van 10 ampère door de stroomkring
A
I = 10 A
B
R = 10 A
C
p = 10 A
D
Q = 10 A

Slide 5 - Quizvraag

Truus loopt een afstand van 30 km
A
R = 30 km
B
P = 30 km
C
s = 30 km
D
t = 30 km

Slide 6 - Quizvraag

Willem wacht al 2 minuten op meneer Overweg
A
t = 20 min
B
t = 2 uur
C
t = 120 s
D
t = 2

Slide 7 - Quizvraag

De frequentie van de trilling is 6000 Hertz
A
tr = 6000
B
t = 6000 Hz
C
f = 6000 Hz
D
v = 6000 Hz

Slide 8 - Quizvraag

De scooter gaat 30 km/h
A
s = 30 km/h
B
r = 30 km/h
C
v = 30 m/s
D
v = 30 km/h

Slide 9 - Quizvraag

De kruik geeft een warmte af van
40 000 J
A
W = 40 000
B
Q = 40 000 J
C
Q = 40 kJ
D
W = 40 kJ

Slide 10 - Quizvraag

De batterij heeft een capaciteit van 1500 milliampère-uur
A
C = 1500
B
I = 1,5 Ah
C
C = 1500 mAh
D
C = 1500 mA

Slide 11 - Quizvraag

De oppervlakte van de stoel is
1600 vierkante centimeter
A
O = 1600 cm²
B
P = 1600 cm³
C
M = 1600 cm²
D
A = 1600 cm²

Slide 12 - Quizvraag

De kracht is 150 000 newton
A
K = 150 kN
B
M = 150 kN
C
B = 150 kN
D
F = 150 kN

Slide 13 - Quizvraag

De dichtheid is 2,1 gram per kubieke centimeter
A
ρ = 2,1 g/cm³
B
F = 2,1 g/cm³
C
m = 2,1 g/cm³
D
ρ = 2,1 g/cm²

Slide 14 - Quizvraag

Formules selecteren
Kijk goed naar de gegevens. 
kijk of je een formule vindt waar alle grootheden in voorkomen

Slide 15 - Tekstslide

De stroomsterkte is 5 A, spanning 24 V. Bereken de weerstand.
A
R = U : I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
p = F : A

Slide 16 - Quizvraag

Vermogen is 500 watt, Spanning 230 V.
Bereken de stroomsterkte
A
R = U : I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
p = F : A

Slide 17 - Quizvraag

Vermogen is 2 kilowatt, tijd is 10 uren.
Bereken het energieverbruik
A
R = U : I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
p = F : A

Slide 18 - Quizvraag

Oppervlak is 200 vierkante centimeter
kracht is 500 Newton
Bereken de druk
A
R = U : I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
p = F : A

Slide 19 - Quizvraag

Weerstand is 500 Ω, Spanning 24 volt.
Bereken de stroomsterkte
A
R = U : I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
p = F : A

Slide 20 - Quizvraag

De druk is 20 Pascal (N/m²) en
de kracht is 30 kN.
Bereken de oppervlakte
A
R = U : I
B
P = U x I
C
E = P x t
D
p = F : A

Slide 21 - Quizvraag

De afstand is 40 meter, de kracht is 100 Newton.
Bereken de arbeid
A
s = v x t
B
W = F x s
C
f = 1 : T
D
C = I x t

Slide 22 - Quizvraag

de snelheid is 10 meter per seconde, de afstand is 100 meter.
Bereken de tijd
A
s = v x t
B
W = F x s
C
f = 1 : T
D
C = I x t

Slide 23 - Quizvraag

Trillingstijd is 0,001 s.
Bereken de frequentie
A
s = v x t
B
W = F x s
C
f = 1 : T
D
C = I x t

Slide 24 - Quizvraag

De capaciteit is 10 Ah en
de stroomsterkte is 0,6 ampère.
Bereken de tijd.
A
s = v x t
B
W = F x s
C
f = 1 : T
D
C = I x t

Slide 25 - Quizvraag

afstand = 50 km
snelheid = 100 km/h
bereken de tijd
A
s = v x t
B
W = F x s
C
f = 1 : T
D
C = I x t

Slide 26 - Quizvraag

Bereken de volgende vragen
Selecteer de juiste formule
bereken de opgave

Slide 27 - Tekstslide

Eindexamen Sprint
Maak de volgende 2 sets in Eindexamen Sprint

Slide 28 - Tekstslide