Les 44 Letterlijk en figuurlijk taalgebruik (2)

Welkom!
Log eerst in in LessonUp!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Log eerst in in LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Klassikaal
-Korte herhaling lesstof letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Zelfstandig 
-Oefenen in Wikiwijs!

Slide 2 - Tekstslide

Letterlijk en figuurlijk
Weet je het nog?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik?

Slide 4 - Open vraag


LETTERLIJK OF FIGUURLIJK?


Slide 5 - Tekstslide


LETTERLIJKE EN FIGUURLIJKE TAAL


Slide 6 - Tekstslide

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk?
A
Letters staan in het alfabet en figuren niet.
B
Figuurlijk is dat het precies zo bedoeld als er staat. Letterlijk is anders bedoeld.
C
Letterlijk is dat het precies zo bedoeld is, als het er staat. Figuurlijk is anders bedoeld.
D
Er zit geen verschil tussen letterlijk en figuurlijk. Je mag kiezen wat je gebruikt.

Slide 9 - Quizvraag


LETTERLIJK OF FIGUURLIJK?


Slide 10 - Tekstslide

Ze kookt van woede.
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 11 - Quizvraag

Zelf oefenen(rest van de les)
Klik op de volgende dia.


Huiswerk: leren voor de toets van vrijdag!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Ik weet wat figuurlijk taalgebruik is.
A
ja
B
nee
C
ongeveer
D
snap het niet zo goed

Slide 14 - Quizvraag