SW 1 H10 Evolutie Les 5: Ontstaan van leven

Eilandbiografie
H10 Evolutie
§10.3 Ontstaan soorten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Eilandbiografie
H10 Evolutie
§10.3 Ontstaan soorten

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je tot nu toe geleerd?
  • Wat nodig voor evolutie (van een soort) (§10.2)
  • Uitkomsten van natuurlijke selectie (§10.3)
  • Hoe fossielen gebruikt worden (§10.1)
  • Hoe evolutie de huidige variatie en verschillende soorten verklaart

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren vandaag?
Wat komt er nog?
  • Eilandtheorie: hoe komt het dat soorten  op een eiland
    zo enorm verschillen? (§10.3)
  • Hoe is het vroege leven ontstaan/heeft het zich ontwikkeld? (§10.4)
  • Bewijs voor verwantschap: homologe structuren.
  • Evolutionaire stamboom interpreteren

Slide 3 - Tekstslide

Begrijp je het?
1. Pak je laptop
2. Bekijk op SOM de feedback op de vragen.
3. Vragen niet gemaakt, maak ze alsnog!
4. Klaar?
Ga naar §10.3 en start met vraag 3 t/m 6
5. Veel fouten? 
- Wat voor vragen heb je fout? 
- Waar gaat het over? 
- Stel vragen of lees de tekst ervoor door.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Eilandtheorie
Op vakantie naar een (tropisch) eiland!
Bezoek aan een eiland is altijd bijzonder. 

Wat valt je daarop aan:
  • het uiterlijk van planten/dieren
  • gedrag van dieren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Eilandtheorie
Eilanden hebben vaak uniek ecosysteem.
Grote eilanden, veel ruimte voor soorten: weinig sterfte.
Kleine eilanden, weinig ruimte: veel sterfte (hoge selectiedruk).

Dichtbij vaste land, veel immigratie: meer diversiteit.
Ver van vaste land, weinig immigratie, weinig diversiteit.
Voorspelling mogelijk!!








Slide 7 - Tekstslide

Eilandtheorie

Slide 8 - Tekstslide

Waar verwacht je meer verschillende soorten:
Groot eiland, ver van vaste land
of
Klein eiland, dichtbij vaste land
A
Groot eiland, ver
B
Klein eiland, dichtbij
C
Beide evenveel

Slide 9 - Quizvraag

Welke twee eigenschappen zijn volgens de eilandtheorie bepalend voor de soortenrijkdom?
A
immigratie van organismen en afstand van vaste land
B
afstand van het vaste land en grootte van het eiland
C
grootte van het eiland en uitsterven van soorten
D
uitsterven van soorten en immigratie van organismen

Slide 10 - Quizvraag

Variatie op een eiland?
Maar waarom is het leven op eilanden dan zo anders?
- blinde slang / vogels die niet kunnen vliegen
- uitvergrootte (bizarre) uiterlijk
- andere specialisatie


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

'Founder-effect' (= genetic drift)
(geen natuurlijke selectie/evolutie)

Slide 14 - Tekstslide

Natuurlijke selectie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Begrijp je het?
Ga verder net §10.3 vraag 33, 34,
10.3 vraag 35

Al klaar? Start met §10.4 vraag 3 t/m 7 en
9 t/m 14

Slide 17 - Tekstslide

Grote vraag: hoe is het leven ontstaan?

  • eerste organische stoffen?
  • eerste cel?

Waarom is deze vraag zo lastig te beantwoorden? 

Slide 18 - Tekstslide

Grote vraag: hoe is het leven ontstaan?
Antwoord op deze vraag heeft grote consequenties:

  • zelf leven 'maken' 
  • ontstaan van leven op andere planeten begrijpen/zoeken
  • medische toepassingen
  • enz...

Slide 19 - Tekstslide

Endosymbiose theorie (BINAS 94C)

Slide 20 - Tekstslide

Begrijp je het?
Aan de slag...

10.4 vraag 3 t/m 7 en 9 t/m 14



Slide 21 - Tekstslide

Homoloog
Evolutie verklaart dus dat soorten door ontwikkeling zich aanpassen aan hun omgeving.

Verwante soorten zullen meer op elkaar lijken dan niet verwante soorten. Je zult overeenkomsten zien: homologe structuren.

Slide 22 - Tekstslide

homologie <-> analogie
homologie
  • zelfde ontstaansgeschiedenis
  • zelfde bouwplan
  • verschillende functies

verwantschap
analogie
  • verschillende ontstaansgeschiedenis
  • verschillend bouwplan
  • zelfde functies

geen verwantschap

Slide 23 - Tekstslide

Verwantschap?
Als we ontdekken dat organismen veel overeenkomsten in DNA hebben zijn ze verwant.

We kunnen dan deze soorten rangschikken en een mogelijke stamboom opstellen: evolutionaire stamboom.

Slide 24 - Tekstslide

Aflezen stamboom
De stamboom hiernaast geeft alleen informatie over hoe nauw verwant soorten zijn, welke eigenschappen ze samen hebben.

Reptielen zijn dus sterker verwant aan vogels dan aan vissen. 
Vissen zijn sterker verwant aan prikken en amfibieën dan aan reptielen.

Hoeveel tijd er verstreken is, kan niet niet zien.

Slide 25 - Tekstslide

Aflezen stamboom
In de stamboom hiernaast krijg je wel informatie over de tijd.

Bijvoorbeeld:
De gemeenschappelijke voorouder van beren en walrussen leefde ruim 25 miljoen jaar geleden.

Walrussen en zeeleeuwen zullen meer verwant zijn omdat hun voorouder maar 5 miljoen jaar geleden leefde.

Slide 26 - Tekstslide