H3, les 2, feit, mening, argument extra

Welkom
Op tafel: Laptop (dicht), les boek, leesboek, schrift en pen.

huiswerk open op je tafel leggen

start met lezen


geen eten, drinken, kauwgom

timer
5:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Op tafel: Laptop (dicht), les boek, leesboek, schrift en pen.

huiswerk open op je tafel leggen

start met lezen


geen eten, drinken, kauwgom

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Feiten, meningen
en argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Je weet wat een feit/mening/argument/conclusie is
  • Je kan een feit/mening/argument/conclusie herkennen
  • Je kunt bij elke een signaalwoord noemen

Belangrijk omdat
  • Feiten en meningen kunnen herkennen in het dagelijks leven.
    > Weten wat ''echt'' is en wanneer een mening "verpakt" wordt als feit

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 4 - Woordweb

Uitleg
  • Feit = staat vast



  • Mening = persoonlijk, wat iemand ergens van vindt


  • Argument = uitleg waarom je iets vindt of waarom iets zo is

  • Conclusie = herhalen van mening/feiten en argumenten

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden


Slide 6 - Tekstslide

Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst

Slide 7 - Sleepvraag

Mensen kunnen door de oorlog in Oekraïne de hoge gasrekening amper betalen
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 8 - Quizvraag

6

Slide 9 - Video

00:22
Meer dan de helft van de Nederlanders is nog steeds fan
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 10 - Quizvraag

00:40
Ik denk het niet. Natuurlijk wel, doe eens normaal.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 11 - Quizvraag

08:32
Wat is de mening van dit meisje? En welk argument geeft zij hierbij?

Slide 12 - Open vraag

08:46
Welke mening heeft dit meisje? Welk argument geeft ze hierbij?

Slide 13 - Open vraag

09:27
Zo zijn in Griekenland en Italië vorige eeuw koningshuizen weggestemd met een referendum.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 14 - Quizvraag

09:50
Waar zou jij staan op die grafiek?
A
Monarchie
B
Republiek

Slide 15 - Quizvraag

Zelf aan het werk
Wat
Hoofdstuk 3. lezen
opdracht 3 t/m 5 in je schrift.
Hoe
1e- 10 minuten=stil
2e-10 minuten=fluisteren met buur toegestaan
Hulp
vraag /hand opsteken 
Tijd
20 minuten 
niet af = huiswerk voor volgende les
Klaar
lekker  lezen/ander vak of pak een puzzel
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Stelling: Je moet zelf kunnen bepalen wanneer in het schooljaar je op vakantie gaat
  • Denk na over je mening en noem hierbij minimaal 1 argument (1 minuut)
  • Deel jouw mening en argument met buur (1 minuut)
  • Rood (oneens)/groen (eens): Beargumenteer jouw mening
  • Kijktip: Welk argument geeft...? Stel een verdiepende vraag
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? NN lezen H3 
feiten, mening en argumenten, alle opdrachten
Hoe? NN online
Tijd? 20 minuten
Hulp? Je gaat zelfstandig aan de slag. Bij vragen , hand omhoog , kom ik langs. 
Klaar? lezen/ander vak
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je nu?
  • Feit: Is controleerbaar
  • Mening: Wat iemand vindt, niet controleerbaar
  • Argument: Onderbouwt een mening
  • Conclusie: Herhalen van feiten/meningen en argumenten
Signaalwoorden
  • Mening: Ik vind, hij/zij vindt, Ik ben van mening dat..
  • Argument: want, namelijk, omdat
  • Conclusie: dus, concluderend, dat betekent dat... 


Slide 19 - Tekstslide


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof

Slide 20 - Poll

Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten en meningen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Huiswerk
Lezen H5 
Nieuwsbegrip week 12
Fictie E Poëzie

Slide 22 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een feit + een mening met argument

Slide 23 - Open vraag

Feiten
  • Uitspraak over iets wat waar is of niet
  • Een feit is controleerbaar

Voorbeeld
De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.
> Je kunt controleren of dit waar is. > Zoeken in de krant, op internet.

Slide 24 - Tekstslide

Meningen
  • Wat iemand ergens van vindt
  • Een mening is niet controleerbaar
  • Je kunt het eens of oneens zijn met een mening
  • Je herkent een mening aan signaalwoorden: 

    Voorbeeld 

     Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen
  • Ik vind dat..
  • Zij/hij vindt dat..
  • Ik ben van mening dat..

Slide 25 - Tekstslide

Argumenten
  • Een argument is een uitleg waarmee je een mening ondersteunt.
  • Je herkent een argument aan signaalwoorden:



    Voorbeeld

    Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zijn met geld omgaan (argument)
  • Want
  • Namelijk
  • Omdat
  1. Ik vind dit, omdat...
  2. Zij vindt dat, want...

Slide 26 - Tekstslide

Mensen kunnen door de oorlog in Oekraïne de hoge gasrekening amper betalen
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 27 - Quizvraag

Alle jongeren zijn lui
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 28 - Quizvraag

Dit weekend was het warmste weekend sinds de metingen.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 29 - Quizvraag

Omdat ik een goed cijfer wil halen, maak ik mijn huiswerk.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 30 - Quizvraag

Even oefenen 
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op. 

  1. Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk. 
  2. Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk! 
  3. Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.


Slide 31 - Tekstslide

Even oefenen (antwoorden)
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op. 

  1. Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk
  2. Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk! 
  3. Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.


Slide 32 - Tekstslide

Check-in:
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll