In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
EINDQUIZ
.s
Slide 1 - Tekstslide
In welke stof is de geluidssnelheid het grootst?
A
water
B
lucht
C
beton
D
ehhhh?
Slide 2 - Quizvraag
Wat is niet waar bij geluid met een frequentie van 500 Hertz?
A
Deze frequentie kun je horen
B
500 Hz betekent 500 trillingen per seconde
C
500 Hz klinkt harder dan een van 400 Hz
D
500 Hz klinkt hoger dan een van 400 Hz
Slide 3 - Quizvraag
Rookmelders produceren hoogfrequent geluid. Welk frequentiegebied is dat?
A
0 tot 20 Hz
B
20 tot 2000 Hz
C
2000 tot 20000 Hz
D
hoger dan 20000 Hz
Slide 4 - Quizvraag
Welke frequentie hoort er bij een trillingstijd van 4 ms?
A
250 Hz
B
0,25 Hz
C
4 Hz
D
4000 Hz
Slide 5 - Quizvraag
Wat is GEEN maatregel tegen geluidshinder van een snelweg?
A
Snelheidsbeperking
B
ZOAB (zeer open asfalt beton)
C
Dubbelglas in woningen bij de snelweg
D
Geluidswal
Slide 6 - Quizvraag
hoge frequentie
lage frequentie
meer decibel
minder decibel
Slide 7 - Sleepvraag
Een vleermuis speurt insecten op met zijn eigen sonar. Hoever is een insect van de vleermuis als hij zijn geluid na 29 milliseconde terug ontvangt? Neem voor de geluidssnelheid 343 m/s
A
ongeveer 10 meter
B
ongeveer 5 meter
C
ongeveer 20 meter
D
ongeveer 10 kilometer
Slide 8 - Quizvraag
Een vetbol (vogelvoer) heeft een dichtheid van 0,96 g/cm3. Je doet de vetbol in een glas met water. Welk plaatje klopt?
Slide 9 - Tekstslide
Een vetbol (vogelvoer) heeft een dichtheid van 0,96 g/cm3. Je doet de vetbol in een glas met water. Welk plaatje klopt?
A
Plaatje A
B
Plaatje B
C
Plaatje C
Slide 10 - Quizvraag
Welke faseovergang is rijpen?
A
vloeibaar naar vast
B
vast naar vloeibaar
C
vast naar gasvormig
D
gasvormig naar vast
Slide 11 - Quizvraag
Wat heb je NIET nodig voor een verbrandingsreactie?
A
brandblusser
B
brandstof
C
zuurstof
D
voldoende hoge temperatuur
Slide 12 - Quizvraag
Waarom brengt men op blik een laagje tin aan?
A
ziet er mooi uit
B
anders wordt het blik te slap
C
dan kun je het blik beter vervormen
D
dan roest het blik niet
Slide 13 - Quizvraag
Chemische reactie
Faseovergang
bril beslaat
tomaat bederft
brood roosteren
eiwit stolt
was drogen
Slide 14 - Sleepvraag
Elektriciteitsdraden zijn vaak van koper. Waarom is dat NIET zo?
A
koper geleidt de stroom heel goed
B
koper is buigzaam
C
koper is goedkoop
D
koper is sterk en breekt niet snel
Slide 15 - Quizvraag
Glas is goed verpakkingsmateriaal voor vloeistoffen. Maar NIET omdat...
A
glas is doorzichtig
B
het goed vloeistoffen tegenhoudt
C
glas reageert niet met de vloeistof
D
glas geeft geen stoffen af aan de vloeistof
Slide 16 - Quizvraag
Wat is GEEN nadeel van glas als verpakkingsmateriaal?
A
het is best wel zwaar
B
je kan het niet goed recyclen
C
het is breekbaar
D
je hebt veel energie nodig om het te maken
Slide 17 - Quizvraag
Voor het verbruik van elektrische energie gebruiken we vaak de eenheid kilowattuur (kWh). Hoeveel Joule is 1 kWh?
A
1 Joule = 1 kWh
B
1 Joule = 1000 kWh
C
1 Joule = 3600 kWh
D
1 Joule = 3600000 kWh
Slide 18 - Quizvraag
1 kiloWattuur
1 kiloWattuur (kWh) is 1000 Watt 1 uur lang
dat is dus 1000 Joule/seconde gedurende 3600 seconde.
Dat komt dus uit op 1000 x 3600 = 3,6 MJ
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Je wilt een wisselspanning van 6 Volt omzetten in 24 Volt. je hebt 3 spoelen: A met 100 windingen, B met 200 windingen, C met 400 windingen.
A
Dan moet je A als primaire spoel en B als secundaire spoel gebruiken
B
Dan moet je A als primaire spoel en C als secundaire spoel gebruiken
C
Dan moet je C als primaire spoel en A als secundaire spoel gebruiken
D
Dan moet je B als primaire spoel en C als secundaire spoel gebruiken
Slide 21 - Quizvraag
Een transformator heeft aan de primaire kant 230 V en 0,5 A; aan de secundaire kant 5 V en 20 A. Bereken het rendement