H3c- Nederlands - week 6 - Herhaling toetsstof p.2

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdag 9 februari 
week 6

Wat gaan we doen:

  • Herhaling 3.5, 4.5, 5.5 - Spelling
  • Opdrachten maken in deze LessonUp
  • Voorbereiden voor de toets
      

Slide 2 - Tekstslide

Toetsstof staat in de classroom, zie planner periode 2 

De toets kan je op de toetsdag vinden in de Classroom!
-donderdag 11 februari ~ 11:30-12:30 uur

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
voltooid en tegenwoordig deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Hoe spel je het werkwoord juist?
voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord - Vul 'lopen' in...

1. Heb je wel eens een muur (verven)?
2. De heropenstelling van de bassischolen werd (beïnvloeden) door de sneeuw.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe spel je het werkwoord juist?
onvoltooid deelwoord (td)
Onvoltooid deelwoord - vul in...

1. De leerlingen kijken (afwachten) naar de docent.
2. De kinderen spelen (genieten) in de sneeuw.
Voor je bij werkwoordspelling het trucje met lopen toepast, vraag je je eerst af: is de vorm een onvoltooid deelwoord (od)/tegenwoordig deelwoord (td)? 

Hoe herken je een od/td? Het werkwoord dat je invult eindigt op -nd.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe spel je het werkwoord juist?
vd en td (od) als bijvoeglijk naamwoord
Onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt- vul in...

1. De lamp verblindde (pv-vt) het kind. Het ... (verblinden) kind.
2. De taarten zijn gebakken (vd). De ... (bakken) taarten.
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort als de uitspraak toelaat.

Het onvoltooid deelwoord (tegenw. deelw.) als bijvoeglijk naamwoord volgt de regels van normale bijvoeglijke naamwoorden en kan eindigen op -d of -de.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe spel je het werkwoord juist?
Engelse werkwoorden (blz. 200)
Engelse werkwoorden - vul de vorm en de spelling in...
1. (swipen) door mijn foto’s haalde ik herinneringen op.
2. Wij hebben vorige week samen (swipen).
3. Sommige mensen kunnen zich op Tinder een duimbreuk (swipen).


Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden. --> ik skip - ik skipte - ik heb geskipt
Sommige werkwoorden behouden hun -e in de stam vanwege de uitspraak.
--> ik race - ik racete - ik heb geracet
Bedenk dus bij Engelse werkwoorden steeds: wat is de ik-vorm? Heeft die ik-vorm een extra ‘e’ of niet?
Wel: update, race, like            Niet: volleybal, lunch, finish


Slide 8 - Tekstslide

Noteer eerst de vorm (pv, vdw, inf, od/td) en daarna de spelling.



1) Rembrandts meest (bewonderen) schilderij is voor de hoofdprijs (veilen).

2) De naam van dit kunstwerk (luiden): de Nachtwacht.

3) Dit is geen schilderij dat je online even (bestellen).

4) Dergelijke kunst kon in de Gouden Eeuw door gildes (bestellen) (worden).

5) (zoeken) op het internet (stuiten) ik gisteren op deze algemene kennis.

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordspelling blijven oefenen op www.cambiumned.nl 

Slide 10 - Tekstslide