H2 Artikelen in de winkel HERHALEN

• Economie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

H2 Artikelen in de winkel

Herhalen doormiddel van een quiz

Wanneer maak je artikelen verkoopklaar?

1. Terwijl ze al in de winkel liggen
2. Voordat ze de winkel in gaan

Wat is een voorbeeld van een artikelgroep?

1. Cola & Chips
2. Brood & Kaas
3. Cola & Fanta
4. Melk & Kaas

Waarom gebruiken wij beveiligingstags?

Wat staat er op een schapkaart?

Wanneer prijzen wij artikelen af?
[afprijzen]

1. Wanneer iets bijna overdatum is
2. Wanneer het in de aanbieding is
3. Wanneer het artikel nieuw in de winkel is

Wat is een handige plek om actie artikelen neer te zetten?

1. Ergens achterin de winkel
2. Ergens midden in de winkel in het zicht
3. Ergens midden in de winkel

Wat is een voorbeeld van een moet artikel?

1. Afwasmiddel
2. Melk
3. Koekjes

Wanneer is de attentiewaarde het hoogst?

1. Als het artikel opvalt
2. Als het artikel niet opvalt

Waarvoor gebruiken wij displays?

1. Voor extra ruimte om artikelen te plaatsen
2. Om artikelen TIJDELIJK extra onder de aandacht te brengen
3. Om artikelen extra onder de aandacht te brengen

Elk artikel staat op een andere hoogte.
Welke 4 presentatiehoogtes zijn er?

Kijk even goed naar deze foto!

Wat zien wij op deze foto?

1. Een schappenplan
2. Een stappenplan

Waar staat het woord FIFO voor?

Waar staat de afkorting THT voor?

Waar staat de afkorting TGT voor?

Kijk goed naar deze foto!

Uit hoeveel facings bestaat de pindakaas met het blauwe label?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 6

Kijk goed naar deze foto!

Welke vorm van combinatieplaatsing zien wij hier?

1. Contraplaatsing
2. Rug-aan-rugplaatsing
3. Nabuurplaatsing

Kijk goed naar deze foto!

Welke vorm van combinatieplaatsing zien wij hier?

1. Contraplaatsing
2. Nabuurplaatsing
3. Rug-aan-rugplaatsing

Kijk goed naar deze foto!

Welke vorm van combinatieplaatsing zien wij hier?

1. Nabuurplaatsing
2. Contraplaatsing
3. Rug-aan-rugplaatsing