Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Kern 1 periode 1 H1, 2, 4, 6, 9, 10 en 16.
Kern 1 periode 1 H 1, 2, 4, 6, 9, 10 en 16.
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Kern 1 periode 1 H 1, 2, 4, 6, 9, 10 en 16.
Slide 1 - Tekstslide
Kijk naar de tekst die je hebt gekregen van Nieuwsbegrip. Wat is de titel van de tekst?
Slide 2 - Open vraag
Noem twee dingen die je verwacht als je de tussenkopjes leest. Wat denk je dat je te weten gaat komen, waar de tekst over zal gaan?
Slide 3 - Open vraag
Walt Disney werd geboren in 1923. Is dit waar of niet waar?
Slide 4 - Open vraag
Hoeveel alinea's heeft deze tekst "Disney bestaat 100 jaar"?
Slide 5 - Open vraag
Kijk bij het kopje: "Met de tijd mee"
Waarom wordt er nu een nieuwe versie van Sneeuwwitje gemaakt?
Slide 6 - Tekstslide
Kijk bij het kopje: "Walter Disney"
Wat is de naam van de legerkrant, waarvoor Walter tekende toen hij in het leger zat?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van deze tekst? En waar vind je het onderwerp van een tekst?
Slide 8 - Tekstslide
Hoe herken je een alinea? Noem minstens 2 kenmerken.
Slide 9 - Open vraag
Vind je dat de titel past bij de tekst? Leg uit waarom wel of waarom niet.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Slide 11 - Open vraag
Dat meisje is heel .... op school. Iedereen vindt haar aardig en ze is altijd vrolijk.
De ..... is in zicht. We zullen de wedstrijd winnen!
snelle tekening
een gevoel van binnen
iemand die snel slimme dingen kan bedenken is ....
voorgevel
verhouding tussen twee mensen
relatie
emotie
populair
schets
gewiekst
pui
zege
Slide 12 - Sleepvraag
Weet jij wat "het tegenovergestelde" betekent?
Slide 13 - Open vraag
Wat is het tegenovergestelde van "eerlijk"?
Slide 14 - Open vraag
Wat is het tegenovergestelde
van "zege"?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het tegenovergestelde
van "slordig"?
Slide 16 - Open vraag
Wat is een samenvatting?
A
een ander woord voor bewijzen
B
gewiekst
C
als je iets goed kunt gebruiken, dan is het een ...
D
een verhaal of verslag in het kort
Slide 17 - Quizvraag
Zij werd .... door de aannemer, zij is nu al haar geld kwijt.
A
gewiekst
B
gedupeerd
C
fors
D
compleet
Slide 18 - Quizvraag
Die jongen is 19 jaar en zijn zus is 37 jaar, dat is een ..... leeftijdsverschil.
A
compleet
B
schets
C
fors
D
privacy
Slide 19 - Quizvraag
Europa kon alleen ...... doordat alle landen mee wilden werken.
A
overdreven gauw ontroerd
B
tot stand komen
C
passeren
D
ontluiken
Slide 20 - Quizvraag
Dit is best spannend. Een echte .......
Slide 21 - Open vraag
Als je weleens alleen wilt zijn,
dan wil je .........
Slide 22 - Open vraag
Hoe noem je het
hele werkwoord ook wel?
Slide 23 - Open vraag
Hoe vind je de persoonsvorm? Er zijn meer manieren. Noem er minstens één.
Slide 24 - Open vraag
De tegenwoordige tijd (tt) van de persoonsvorm (pv):
Kaysha ..... twee broers en één zus.
A
had
B
hadden
C
heeft
D
heb
Slide 25 - Quizvraag
De tt van de pv: Joshua ..... niet begrijpen dat zijn vriend vertrok zonder hem.
A
kon
B
kan
C
kunnen
D
kunt
Slide 26 - Quizvraag
De tt van de pv: "Het .... een moeilijke som", zei hij tegen zijn vader.
A
was
B
zijn
C
waren
D
is
Slide 27 - Quizvraag
De tt van de pv: Zakaria ..... na het eten altijd nog even buiten spelen, tot 20.00 uur, dan moet hij naar bed.
A
mocht
B
mogen
C
mag
D
mochten
Slide 28 - Quizvraag
De tt van de pv: "Er ..... een hoodie op de trap,
neem 'm even mee naar
beneden", zei moeder.
A
liggen
B
ligt
C
lig
D
lag
Slide 29 - Quizvraag
Maak een zin waarin je
de persoonsvorm onderstreept
of groter maakt. Je zin heeft minstens zes woorden.
Slide 30 - Open vraag
"Ik heb een broodje gegeten bij de patatzaak op de hoek."
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
broodje
B
ik
C
gegeten
D
heb
Slide 31 - Quizvraag
De nieuwe buren ..... met hun nieuwe baby door de straat.
A
loop
B
lopen
C
loopt
D
loopen
Slide 32 - Quizvraag
Mijn vrienden zijn met de bus op vakantie gegaan.
Wat is in die zin de persoonsvorm?
A
vrienden
B
gegaan
C
zijn
D
mijn
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de tt; had of heeft?
A
had
B
heeft
Slide 34 - Quizvraag
Wat is de tt; mocht of mag?
A
mag
B
mocht
Slide 35 - Quizvraag
Wat is de tt; kan of kon?
A
kon
B
kan
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de tt; was of is?
A
is
B
was
Slide 37 - Quizvraag
"Ga jij iedere vrijdag
met je vrienden voetballen
op het plein?
Wat is in deze zin de pv?
A
voetballen
B
jij
C
ga
D
vrijdag
Slide 38 - Quizvraag
De trappen van vergelijking...
noem eens een voorbeeld?
Slide 39 - Open vraag
Selma is de ..... met dit spel, zij wint altijd.
A
beter
B
beste
C
goed
Slide 40 - Quizvraag
Een muis is klein, een kever is ... en een mier is .....
A
kleiner, het kleinst
B
kleinder, het kleinderst
C
kleinster, het kleinst
Slide 41 - Quizvraag
Mijn vriend is boos, mijn zus is .... en ik ben het ......
A
B
boost, boost
C
boozer, boostst
D
bozer, boost
Slide 42 - Quizvraag
Raisha heeft veel vriendinnen, Kaylee heeft er ..., maar ik heb de ...... vrienden.
A
meer, meeste
B
veel, meest
C
meer, meest
D
veel, meeste
Slide 43 - Quizvraag
Flexibele medewerkers zijn in de drukste tijd van het jaar onmisbaar.
Waarom hoort hier een punt?
A
Het is het begin van een zin.
B
Er is een opsomming.
C
Het is na een zin.
D
Er zijn aanhalingstekens.
Slide 44 - Quizvraag
De patatzaak verkoopt patat, raspatat, frikandellen, blikjes drinken en shoarma.
Waarom staan in deze zin de komma's?
A
Het is een vraagzin.
B
Er hoort een uitroepteken.
C
Er zijn aanhalingstekens.
D
Het is een opsomming.
Slide 45 - Quizvraag
mijn leraar zei vandaag als iedereen zijn best doet trakteer ik op chocoladetaart
Schrijf de zin over met de juiste leestekens en hoofdletters op de goede plek.
Slide 46 - Open vraag
Dit was het!
Als je het aardig hebt gedaan, dan heb je heel wat geleerd de afgelopen zeven weken. Blijven oefenen, dan blijf je het goed onthouden.
Slide 47 - Tekstslide
Goed gevoel over? Had je veel onthouden?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 48 - Poll
Meer lessen zoals deze
pv tt
November 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
PV TT en leestekens
Oktober 2019
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
1 hv - ww-spelling
4 dagen geleden
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1 hv - ww-spelling
Februari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Zinsdelen en zinsopbouw
Januari 2022
- Les met
25 slides
door
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Voorbereiding 3BB toets H1 t/m H3
Februari 2021
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Spelling PV TT
Augustus 2020
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1,2
tegenwoordige tijd Je/JIj
Augustus 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8