Facilitaire dienstverlening Werkruimten schoonmaken

Werkruimten schoonmaken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOMiddelbare schoolPraktijkonderwijsStudiejaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werkruimten schoonmaken

Slide 1 - Tekstslide

Terugkijken op de vorige les
  • De werking en doel van reinigingsmiddel.
  • De soorten reinigingsmiddelen.
  • Werkwijze bij reinigingsmethode.

Slide 2 - Tekstslide

Welke volgorde is er bij het schoonmaken?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen

Aan het einde van de les weten jullie:

  • Taken bij het schoonmaken.
  • Volgorde bij schoonmaak werkzaamheden.
  • Controleren van de werkruimte volgens schoonmaak procedures.

Slide 4 - Tekstslide

Taken bij het schoonmaken
  1. Opruimen van materialen.
  2. Reinigen van materialen en ruimten.
  3. Na spoelen met water.
  4. Desinfecteren van materialen en ruimten.
  5. Controleren van werkzaamheden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Volgorde schoonmaak werkzaamheden
  1. Werkruimte opruimen.
  2. Vuile materiaal eerst afspoelen.
  3. Grove resten van werktafels en apparatuur afhalen.
  4. Schoonmaak materialen verzamelen.
  5. Materialen en werkruimten schoonmaken.
  6. Aan het eind desinfecteren.

Slide 7 - Tekstslide

Controleren van werkruimten
  1. Controleer of de werkruimte goed schoon is.
  2. Controleer of alle materialen op de juiste plaats staan.
  3. Controleer de schoonmaakmiddelen en materialen op hygiene.
  4. Controleer of de vloer schoon is.
  5. Melden of er problemen of onrechtmatigheden zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Groepsopdracht
  • Vorm groepjes van drie.
  • Taken verdelen: wie schrijft, wie zoekt en wie presenteert.
  • Je krijgt 15 minuten de tijd.
  • Bespreek de rollen binnen de samenwerkingsgroep.
  • Maak samen met je groep de sleepopdracht.

Slide 9 - Tekstslide

Opruimen
Desinfecteren
Reinigen

Slide 10 - Sleepvraag

Bij het controleren van de werkruimte na het schoonmaken is het belangrijk dat . .. . ...
A
De werkruimte nog vuil is.
B
De vloer vies is.
C
Er niet gemeld wordt over problemen.
D
Alle materialen op de juiste plek staan.

Slide 11 - Quizvraag

Aan het eind van het schoonmaken is het belangrijk dat . . ...
A
Schoonmaak materialen verzameld worden.
B
Resten op werktafels en apparatuur blijven.
C
Materialen en ruimten desinfecteren.
D
Een biertje gedronken kan worden.

Slide 12 - Quizvraag

Debrasseren in de horeca betekent .. .. .. .
A
Het opruimen en schoonmaken.
B
Spullen organiseren.
C
Spullen naar de afwas brengen.
D
Het reinigen van werkruimten.

Slide 13 - Quizvraag

Waarom wordt vuile materialen voorgespoeld vooraf het plaatsen in de afwasmachine?
A
Om het spoelwater niet te vervuilen.
B
Om te voorkomen dat zetmeel en eiwitresten blijven plakken.
C
Wegens hygiëne voorschriften.
D
Om de afwasser een extra taak te geven.

Slide 14 - Quizvraag

Bij onrechtmatigheden of problemen wordt bij de . .. .. .
A
Politie gemeld.
B
Directeur gemeld.
C
Leidinggevende gemeld.
D
Assistent gemeld.

Slide 15 - Quizvraag

Wat hebben wij geleerd?

Slide 16 - Woordweb

Einde presentatie

Slide 17 - Tekstslide