Hierbij is de normaalvector van de lijn en staat dus loodrecht op de lijn
(ab)
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de lijn met vectorvoorstelling?
A
Een lijn door de punten (3,4) en (6,4)
B
Een lijn met parametervoorstelling x=3+6t
y=4+4t
C
Een lijn door de punten (3,4) en (9,8)
D
Zowel B en C zijn goed
Slide 4 - Quizvraag
Maak een parametervoorstelling van de lijn 3x - 4y = 12. (Meerdere antwoorden mogelijk)
Slide 5 - Open vraag
Hoe heb je het aangepakt?
Bedenk welke stappen je hebt genomen, bijvoorbeeld heb je de grafiek gebruikt, of heb je twee punten op de lijn gebruikt, heb je het inproduct gebruikt? etc
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het inproduct van twee vectoren (0, 1) en (2, 0)
Slide 8 - Open vraag
Wat is het inproduct van de vectoren (1, 1) en (-1, 1)
Slide 9 - Open vraag
Geef het goede antwoord: Als het inproduct gelijk is aan 0 dan..
A
Staan de vectoren in de zelfde richting
B
Staan de vectoren in tegengestelde richting
C
Staan de vectoren loodrecht op elkaar
D
Weet je niets
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de hoek tussen de vectoren (1,1) en (1,2). Je mag de GR gebruiken. Rond af op 1 decimaal (gebruik een punt)