Betogende tekst schrijven les 2 7F

welkom 7F
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

welkom 7F

Slide 1 - Tekstslide

Taalvoutje
zie jij de fout?

Slide 2 - Tekstslide

planning van vandaag
  • lezen (10 min)
  • betogende teksten; wat zijn het? (15 min)
  • nakijken
  • aan de slag (25 min)

Slide 3 - Tekstslide

betogende tekst,
wat weet jij er (nog) van?

Slide 4 - Woordweb

een betogende tekst
  • je geeft je mening en verdedigt die met argumenten
  • een betoog is altijd subjectief
  • mening onderbouwen met objectieve argumenten
  • objectieve argumenten zijn controleerbaar/meetbaar; uitspraak van een deskundige of een feit 

Slide 5 - Tekstslide

een betogende tekst schrijven
Opbouw:
  1. inleiding; onderwerp + mening worden genoemd
  2. middenstuk; argumenten (per argument, nieuwe alinea)
  3. slot; afronden van je betoog met een goede uitsmijter, bijvoorbeeld grappige conclusie of origineel.

Slide 6 - Tekstslide

Een sterk betoog....





.... heeft objectieve argumenten!

Slide 7 - Tekstslide

opbouw argument
  1. je noemt een argument
  2. je geeft een uitleg of toelichting van het argument
  3. je geeft een voorbeeld bij het argument

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld
Mening: het is goed om verhoging van mijn zakgeld te krijgen.
Argument: alles is duurder geworden, omdat ik ouder ben geworden.
Toelichting: kindertarieven zijn t/m 11 jaar en nu ben ik 12 jaar.
Voorbeeld: vorig jaar kostte een bioscoop kaartje €5, nu moet ik €7,50 betalen

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld
Mening: het is goed om zelf je lunchtrommel klaar te maken.
Argument: je kunt zelf je beleg kiezen/bepalen.
Toelichting: als een ander het doet, moet je afwachten of hete je bevalt.
Voorbeeld: mijn vader of moeder zou alleen maar voor gezond beleg kiezen, ikzelf niet.

Slide 10 - Tekstslide

aan de slag
lesboek p. 202 
maken opdracht 4 (10 min)
 Daarna opdracht 5.
Klaar? Ga op zoek naar een recensie over een film, theaterstuk, boek etc.. Neem die dinsdag mee naar de les.



Slide 11 - Tekstslide