Leçon 23

Bonjour T1B
Bonjour T1C
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bonjour T1B
Bonjour T1C

Slide 1 - Tekstslide

Programme 
pour la leçon 23
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Hoe maak je een ontkennende zin?
  • Rappel Aimer + le/la/l'/les + znw.
  • Revoir le verbe "avoir"
  • Le verbe "être"
  • Luisteroefening 








jeudi 12 mai

Slide 2 - Tekstslide

Welke woorden heb je nodig om een ontkennende zin te maken?

Slide 3 - Woordweb

Welke zin is correct?
A
Je ne parle français pas.
B
Je ne parle pas français.
C
Je parle ne pas français.
D
Je ne pas parle français.

Slide 4 - Quizvraag

Maak deze zin ontkennend:
Nous jouons dans le jardin.

Slide 5 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend:
Elle aime le tennis.

Slide 6 - Open vraag

Geef een ontkennende antwoord:
Tu regardes le clip de Stromae ?
Non, ...

Slide 7 - Open vraag

Geef een ontkennende antwoord:
Vous habitez à Rotterdam ?
Non, ...

Slide 8 - Open vraag

Geef een ontkennende antwoord:
Vous aimez la musique classique, Madame Dupont ?
Non, ...

Slide 9 - Open vraag

Aimer, détester etc. + le/la/l'/les + znw.

Slide 10 - Tekstslide

Is deze zin correct? Waarom?
"J'aime musique."

Slide 11 - Woordweb

Hoe zeg je “Ik heb een hekel aan huiswerk.” in het Frans?

Slide 12 - Open vraag

Hoe zeg je “Hij houdt meer van voetbal.” in het Frans?

Slide 13 - Open vraag

Hoe zeg je “Jij bent dol op honden.” in het Frans?

Slide 14 - Open vraag

Le verbe "être" 
Wat betekent "être" ?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

  • ik ben = je suis 
  • jij bent = tu es
  • hij is = il est
  • zij is = elle est
  • men is = on est
  • wij zijn = nous sommes
  • jullie zijn = vous êtes
  • u bent = vous êtes
  • zij zijn = ils sont + elles sont
Supplément, page 39 : exercice G

Slide 17 - Tekstslide

Supplément, p.39: exercice H
Als je klaar bent, oefen lijst 3-5 op Quizlet.

Slide 18 - Tekstslide

Exercice H page 39
EXERCICE H PAGE 39 (SUPPLÉMENT)

  1. êtes
  2. sommes
  3. est
  4. sont
  5. est – est
  6. suis
  7. est
  8. est
  9. es
  10. suis

Slide 19 - Tekstslide

AVOIR ou ÊTRE ?
  1. Maak de oefeningen op papier. Je hebt 15 minuten.
  2. Als je klaar bent, begin je met de online oefeningen.

Slide 20 - Tekstslide

Compréhension orale (=luisteroefening)
D'accord > Chapitre 3 > 3.5 > 3 + 4 

Slide 21 - Tekstslide

Devoirs mardi 17 mai :
Apprendre/Leren:
- Quizlet 3-5 ÊTRE + réviser (herhalen) AVOIR 3-4 

Faire/Maken:
- Supplément, p.40: exercices I + 
J (werkwoorden op -er)
- D'accord > Chapitre 3 > 3.5 > 3 + 4 

SO van chapitre 3: 
donderdag 19 mei

Slide 22 - Tekstslide