3AH - herh. delend lidwoord + bron C - 15/4 - c.5 ed.6

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Lundi 15 avril
1. Grammaire D - herhaling grammatica
2. Travail individuel - zelfstandig werken
3. Corriger - nakijken
4. Bron C parler - spreekvaardigheid
5. Arrêt - afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zet het juiste delend lidwoord in de zin. 
Gebruik het schema.
kies uit: du/ de la/ de l'/ des/ de/ d'/ le/ la/ l'/ les
1. Mon père achète un kilo ..... pommes.
2. Il veut ....oranges et ..... aubergine.
3. Nous ne voulons pas ..... fraises et ....poire.
4. Elle aime .... lait et .... viande.
5. Je prends ..... frites et ..... eau.
6. Paul déteste ..... pizza!

Slide 8 - Tekstslide

Zet het juiste delend lidwoord in de zin. 
Gebruik het schema.
kies uit: du/ de la/ de l'/ des/ de/ d'/ le/ la/ l'/ les
1. Mon père achète un kilo de pommes.
2. Il veut des oranges et de l' aubergine.
3. Nous ne voulons pas de fraises et de poivron.
4. Elle aime le lait et la viande.
5. Je prends des frites et de l'eau.
6. Paul déteste la pizza!

Slide 9 - Tekstslide

Corriger les devoirs

Je gaat je huiswerk nakijken. Ga naar blz. 22 en kijk opdracht 15cd + 16ad na.

Antwoorden vind je in de volgende dia. 

Slide 10 - Tekstslide

Exercice 15c
1 des
2 de la
3 du
4 du
5 de la

Exercice 15d
Réponse type:
1 des céréales avec des fruits …. du thé.
2 un sandwich avec du fromage et du jambon … de l’eau.
3 des pâtes ... du sirop.


Exercice 16a
1 In de linker zinnen staan du en des (delend lidwoord). In de rechter zinnen staan le en les (lidwoord).
2 Eigen antwoord.

Exercice 16d
1 des
2 les
3 l’
4 d’
5 les
6 des

Slide 11 - Tekstslide

Controle vragen
Vul de vragen op de volgende dia's serieus en aandachtig in. 
Aan de hand van je antwoorden bekijk ik wie extra wil oefenen met dit onderdeel. 

Slide 12 - Tekstslide

welke vier delende lidwoorden zijn er in een gewone zin?
A
du, de la, des, de l'
B
de les, de la, de le, des
C
des, da, du , de l'
D
geen

Slide 13 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in: Ma mère achète____ lait (le)
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai soif. J'ai bu un litre ____ eau.
A
des
B
de la
C
d'
D
de

Slide 16 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je déteste _______ aubergine.

A
du
B
l'
C
de l'
D
de

Slide 17 - Quizvraag

Ik weet hoe ik het delend lidwoord moet toepassen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll


Parler

 bron C

page 20
bron C

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide