3AH - herhaling bron D + B- 18/4 - c.5 ed.6

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Jeudi 18 avril
1. Grammaire D - herhaling grammatica D
2. Travail individuel - zelfstandig werken
3. Corriger - nakijken
4. Bron B lire - leesvaardigheid
5. Arrêt - afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zet het juiste delend lidwoord in de zin. 
Gebruik het schema.
kies uit: du/ de la/ de l'/ des/ de/ d'/ le/ la/ l'/ les
1. Mon père achète un kilo ..... pommes.
2. Il veut ....oranges et ..... aubergine.
3. Nous ne voulons pas ..... fraises et ....poire.
4. Elle aime .... lait et .... viande.
5. Je prends ..... frites et ..... eau.
6. Paul déteste ..... pizza!

Slide 8 - Tekstslide

Zet het juiste delend lidwoord in de zin. 
Gebruik het schema.
kies uit: du/ de la/ de l'/ des/ de/ d'/ le/ la/ l'/ les
1. Mon père achète un kilo de pommes.
2. Il veut des oranges et de l' aubergine.
3. Nous ne voulons pas de fraises et de poivron.
4. Elle aime le lait et la viande.
5. Je prends des frites et de l'eau.
6. Paul déteste la pizza!

Slide 9 - Tekstslide

Corriger les devoirs

Je gaat je huiswerk nakijken. Ga naar blz. 22. Antwoorden vind je in de volgende dia. 

Let op:
Geel = havo
Groen = vwo

Slide 10 - Tekstslide

Exercice 15c
1 des
2 de la
3 du
4 du
5 de la

Exercice 15d
Réponse type:
1 des céréales avec des fruits …. du thé.
2 un sandwich avec du fromage et du jambon … de l’eau.
3 des pâtes ... du sirop.


Exercice 16a
1 In de linker zinnen staan du en des (delend lidwoord). In de rechter zinnen staan le en les (lidwoord).
2 Eigen antwoord.

Exercice 16d
1 des
2 les
3 l’
4 d’
5 les
6 des

Slide 11 - Tekstslide

Exercice 15c
Pour les anglais, dans un bon petit déjeuner, il y a des saucisses, du bacon, du pain grillé, des œufs et des haricots blancs.
En Turquie, on mange du beurre, du pain, du concombre, de la viande et des olives.

Exercice 15d
1 du
2 du
3 des
4 de
5 de
6 de
  




Exercice 15e
Réponse type:
1 Je prends de l’eau minérale.
2 Elle achète des pâtes.
3 Il y a beaucoup de fromage.
4 Il ne mange jamais de carottes.
5 Nous prenons de la salade.
6 Il n'y a pas d’huile d’olives.

Slide 12 - Tekstslide

Exercice 16a
Réponse type:
In de zinnen rechts staat een bepaald lidwoord (le, les) in plaats van een delend lidwoord
(du, des). Als je de zinnen in het Nederlands vertaalt krijg je in geen enkele zin een lidwoord.
Ik denk dat je een bepaald lidwoord krijgt in de zinnen rechts vanwege de werkwoorden
aimer en adorer.



  




.Exercice 16c

1 du
2 du
3 Du
4 des
5 de
6 la
7 le
8 de l’
9 de
10 d’

Slide 13 - Tekstslide

Controle vragen
Vul de vragen op de volgende dia's serieus en aandachtig in. 
Aan de hand van je antwoorden bekijk ik wie extra wil oefenen met dit onderdeel. 

Slide 14 - Tekstslide

welke vier delende lidwoorden zijn er in een gewone zin?
A
du, de la, des, de l'
B
de les, de la, de le, des
C
des, da, du , de l'
D
geen

Slide 15 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in: Ma mère achète____ lait (le)
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai soif. J'ai bu un litre ____ eau.
A
des
B
de la
C
d'
D
de

Slide 18 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je déteste _______ aubergine.

A
du
B
l'
C
de l'
D
de

Slide 19 - Quizvraag

Ik weet hoe ik het delend lidwoord moet toepassen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Lire

Leesvaardigheid


Bron B blz. 16

1. oriënteren op de tekst
2. opdrachten maken

Slide 21 - Tekstslide

Travail individuel
Wat 
HAVO Exercices 8, 9ab + 10a blz. 16-19
VWO Exercices 9ab, 10ab + 11ab blz. 16-19
Hoe
in je boek
Hulp
voca B blz. 38
Tijd
tot het einde van de les
Klaar?
Oefen voca A en B via slimstampen (online lesmateriaal)

Slide 22 - Tekstslide

Klaar?
Oefen het delend lidwoord (grammaire D) via de online leeromgeving en klik op slimstampen. 
Oefen daarna voca A en B via slimstampen.

Slide 23 - Tekstslide

Exercice 8
1 B
2 A
3 A
Exercice 9a
A
Exercice 9b
1 A
2 C
3 A
4 C
5 C



Exercice 10a
1 C’est pourquoi daarom
2 depuis sinds
3 Donc dus
4 car want
5 D’abord ten eerste

Slide 24 - Tekstslide

Exercice 9a
A, C, D

Exercice 9b
A 2
B 1
C 3
D 1
E 2
F 3


Exercice 10a
1 kruiden / kruid / specerijen
2 recepten
3 iedere / elke / ieder / elk
4 de smaak
5 zoals / net als / net zoals
6 yoghurt

Exercice 10b
1 manger
2 est né
3 on vend
4 pain
5 viande


Slide 25 - Tekstslide

Exercice 11a
1 F
2 A
3 E
4 G
5 H
6 D
7 B
8 C





Exercice 11b
avoir la patate - er goed uit zien
les carottes sont cuites - de rapen zijn gaar
la cerise sur le gâteau - de kers op de taart
trop chou - té schattigr
aconter des salades - onzin uitkramen
rouge comme une tomate - zo rood als een kreeft
tomber dans les pommes - flauwvallen
la fin des haricots - het bittere eind

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide