Keelklachten

Keelklachten
  • Keelpijn
  • Corpus alieneum
  • Epiglottis
  • Peritonsillair abces
  • Ziekte van Pfeiffer
  • Roodvonk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Keelklachten
  • Keelpijn
  • Corpus alieneum
  • Epiglottis
  • Peritonsillair abces
  • Ziekte van Pfeiffer
  • Roodvonk

Slide 1 - Tekstslide

Keelpijn
  • Keelpijn gaat meestal vanzelf over binnen 10 dagen.
  • Het komt vaak door een verkoudheidsvirus.
  • Regelmatig koud water drinken of op een snoepje zuigen kan helpen tegen de pijn.
  • Neem bij heftige pijn paracetamol.
  • Antibiotica werken bij keelpijn meestal niet. Ook hebben ze nadelen.

Slide 2 - Tekstslide

Corpus alieneum
Inslikken van een lichaamsvreemd voorwerp 

Denk aan voorwerpen die niet gegeten mogen worden zoals kleine schroefjes, stokjes enctra.

Slide 3 - Tekstslide

Epiglottis
De epiglottis is een flapje kraakbeen dat de luchtpijp afsluit tijdens het slikken om te voorkomen dat voedsel de luchtpijp in gaat. 

 Ontsteking > ernstig en kan ademhalingsproblemen veroorzaken
Het kan leiden tot symptomen zoals hevige keelpijn, moeite met slikken en een hoge koorts.

Slide 4 - Tekstslide

Peritonsillair abces

Slide 5 - Tekstslide

Ziekte van Pfeiffer

Slide 6 - Tekstslide

Roodvonk

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de functie van de epiglottis?
A
Produceert speeksel.
B
Reguleert de hartslag.
C
Voorkomt voedselinname in de luchtpijp.
D
Geeft zuurstof aan het lichaam.

Slide 8 - Quizvraag

Welke ziekte wordt veroorzaakt door Epstein-Barr virus?
A
Kinkhoest.
B
Ziekte van Pfeiffer.
C
Griep.
D
Roodvonk.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van roodvonk?
A
Witte vlekken op de tong.
B
Rode uitslag op het lichaam.
C
Blauwe lippen.
D
Zwarte vlekken op de huid.

Slide 10 - Quizvraag

Welke leeftijdsgroep heeft vaak de ziekte van Pfeiffer?
A
Tieners en jonge volwassenen.
B
Volwassenen boven de 60.
C
Baby's en peuters.
D
Vrouwen boven de 50.

Slide 11 - Quizvraag

Peritonsillair abces, noem een welbekend symptoom

Slide 12 - Open vraag