3.5 Dichten over gevoelens

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

As-salaamoe aleikoem 2MH,

Stop je telefoon in de telefoonzak.

Ga stil op je (vaste) plek zitten.

Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.

Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.

Pak je leesboek voor je.

Luister aandachtig naar mevrouw Özkara.

As-salaamoe aleikoem 2MH,

Stop je telefoon in de telefoonzak.

Ga stil op je (vaste) plek zitten.

Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.

Pak je leesboek voor je.

Luister aandachtig naar mevrouw Ozkara

As-salaamoe aleikoem 2MH,

Pak een leesboek uit de kast.

Stop je telefoon in de telefoonzak.

Ga stil op je (vaste) plek zitten.

Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.

Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.

Luister aandachtig naar mevrouw de Roock.

Recitatie

Hadith van de week

Absentie

De boodschapper van Allah (vzmh) heeft gezegd: "Vrees Allah waar je ook bent en laat een slechte daad opvolgen door een goede daad en gedraag je goed ten opzichte van de mensen". (Tirmidhi)

''Ja, mevrouw.''

Leesmoment

Ik lees bladzijde 28 tot en met 30 zelfstandig met mijn mond dicht.

Leesmoment

Pak je leesboek voor je. Laten we in rust lezen!

In tussentijd neem ik de absentie!

Huiswerk- en materiaalcheck

Neem het huiswerk in stilte voor je. Blz 56

Lesboek, twee schriften, pen.

1. Empathie= eigenschap dat je de gevoelens of gedachten van een ander aanvoelt/ inlevingsvermogen vb. Als dokter heb je veel empathie nodig om je vak goed uit te oefenen.

2. Eerbied= gevoel van bewondering en respect vb. Met eerbied keken ze naar de imam.

3. Verdraagzaamheid= tolerantie/ de bereidheid om van anderen ook minder leuke dingen te verdragen vb. De verdraagzaamheid jegens buitenlanders is de laatste jaren afgenomen.

4. Gelijkheid= verwantschap/ het op elkaar lijken vb. Gelijkheid gaat om het idee dat iedereen ook gelijk wordt behandeld.

5. Saamhorigheid= het gevoel bij elkaar te horen vb. Er is veel saamhorigheid in deze klas.

Woorden van week 3

Terugblik

Verwijswoorden verwijzen naar andere woorden in een tekst.

Er zijn verschillende soorten:

Voornaamwoorden: hij, zij, dit, die, mijn, zijn.

Bijwoorden: daar, hiervan, toen, waar.

Synoniemen: woorden met dezelfde betekenis.

Het is belangrijk om duidelijk te maken waarnaar een verwijswoord verwijst om verwarring te voorkomen.

Instructie

Bladzijde 130  van je lesboek.

 Voorzetsels

Bijwoorden 

Lesdoel(en)

Aan het eind van de les leer je:

- wat gedichten en gevoelens met elkaar te hebben.

Instructie 

Instructie 

Instructie 

Instructie 

Instructie 

Instructie 

Instructie 

We gaan kijken naar een interview. We doen dit twee keer.

Lees eerst de vragen bij opdracht 1.

Dit eerste keer moet je heel goed luisteren, en bij de tweede keer kan je de vragen beantwoorden.

Instructie 

Aan het werk

Wat moet ik doen?

- Maken les 3.5> Opdrachten 1 t/m 9

- Maken les 3.6> Opdrachten 1 t/m 5

Hoeveel tijd heb ik?

- 50 minuten

Wat als ik klaar ben?

- theorie van 3.1, 3.2 en 3.3 leren

- opdrachten nakijken

MORGEN OEFENTOETS

Wat als ik een vraag heb?

Steek je je vinger op!

Huiswerk

Afsluiting & opbergen van lesmateriaal

Recitatie

Alle opdrachten van les 6 vanaf bladzijde 130.