5 Woordsoorten

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Pak een leesboek uit de kast.
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Luister aandachtig naar mevrouw de Roock.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Pak een leesboek uit de kast.
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Luister aandachtig naar mevrouw de Roock.

Slide 1 - Tekstslide

Recitatie
Hadith van de week
Absentie
De profeet (vzmh) zei tegen Ibn Abbas: “En weet dat overwinning komt met geduld, verlichting met verdriet en moeilijkheid met gemak”. (Nawawi)
''Ja, mevrouw.''

Slide 2 - Tekstslide

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Pak een leesboek uit de kast.
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Luister aandachtig naar mevrouw Özkara.

Slide 3 - Tekstslide

Leesmoment
Bladzijde 24 tot en met 27.
Ik lees zelfstandig.



Wat gebeurt er in het verhaal? Maak voor jezelf een korte samenvatting.
Welke personages kwamen voor in dit deel van het verhaal? 
Hebben deze personages iets belangrijks gezegd of gedaan?
Zijn er delen van het verhaal die je niet goed begrijpt en vragen over hebt? 
Welke delen zijn dit?
Denk je dat de gebeurtenissen in dit deel logisch en realistisch zijn? Waarom?
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leesmoment


Bladzijde 24 tot en met 27.
Pak je leesboek voor je. Laten we in rust lezen!

Welke personages spelen in dit hoofdstuk.
Met wie kun je de duiven vergelijken in de laatste zin.
Bedenk een nieuwe titel voor het hoofdstuk.
timer
8:00

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk- en materiaalcheck
timer
10:00
Neem het huiswerk in stilte voor je.
Lesboek, twee schriften, pen.

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het eind van de les kun je:

het zelfstandige naamwoord, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden benoemen.

nieuwe zinnen bedenken met deze woordsoorten.

uitleggen waarom een woord tot een bepaalde woordsoort behoort.








Slide 7 - Tekstslide

1. Preventie= het voorkomen dat iets gebeurt vb. De brandpreventie schrijft voor dat er voldoende nooddeuren moeten zijn.
2. Suïcide= zelfdoding/ zelfmoord vb. Deze week staat in het teken van suïcidepreventie.
3. Signaleren= het tot je door laten dringen van iets wat je waarneemt/ opmerken vb. De dokter signaleerde dat de foto een afwijking liet zien.
4. Vertrouwen= het geloof dat je op iemand kunt rekenen vb. De tegenstelling van vertrouwen is wantrouwen.
5. Inschakelen= 1. iets doen waardoor het werkt vb. Je moet de laptop eerst inschakelen.
OF=2. in actie laten komen, laten helpen vb. Ik heb een vertrouwenspersoon ingeschakeld.




Woorden van week 49

timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Activeren voorkennis
zelfstandig naamwoord

lidwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

Instructie
Bladzijde 124 van je lesboek.
Woordsoorten:
zelfstandig naamwoord

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

Instructie 

Slide 11 - Tekstslide

Instructie 

Slide 12 - Tekstslide

Instructie 

Slide 13 - Tekstslide

Instructie 

Slide 14 - Tekstslide

Instructie 

Slide 15 - Tekstslide

Instructie 

Slide 16 - Tekstslide

Instructie 

Slide 17 - Tekstslide

Instructie 

Slide 18 - Tekstslide

Instructie 

Slide 19 - Tekstslide

Instructie 

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk
Wat moet ik doen?
De opdrachten van 5 Woordsoorten maken vanaf bladzijde 125.
Opdrachten nakijken.

Hoeveel tijd heb ik?
40 minuten

Wat als ik klaar ben?
- theorie van bladzijde 125 leren
- opdrachten nakijken
Wat als ik een vraag heb?
Steek je je vinger op!
timer
40:00

Slide 21 - Tekstslide

Terugblik op de les en het lesdoel
Aan het eind van de les kun je:

het zelfstandige naamwoord, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden benoemen.

nieuwe zinnen bedenken met deze woordsoorten.

uitleggen waarom een woord tot een bepaalde woordsoort behoort.








Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Afsluiting & opbergen van lesmateriaal
Recitatie
Alle opdrachten van 5 Woordsoorten vanaf bladzijde 125.

Slide 23 - Tekstslide