Versnellers P2

Versnellers P2

Interne communicatie
(samenvatting)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Versnellers P2

Interne communicatie
(samenvatting)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Formeel vs. Informeel
Alle formele communicatie, zoals personeelsblad, werkoverleg en intranet, zijn beheersbaar voor het management. Deze formele interne communicatie is van essentieel belang voor de bedrijfsvoering in een organisatie. Zonder goede informatie weet niemand wat ze moeten doen, waarvoor ze het doen en wat het einddoel is.

Er is ook informele communicatie. De bekende geruchten in de wandelgang zijn daar een goed voorbeeld van. Geruchtvorming is de mondelinge verspreiding van onbevestigde en daardoor onzekere berichten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Interne communicatiemiddelen
- Personeelsblad
Het doel is het informeren en motiveren van personeel
- Informatiebulletin of digitale nieuwsbrief: bevat actuele informatie over de organisatie zelf en is een aanvulling op het personeelsblad. De doelgroep kan beperkt of uitgebreid zijn. 
- Knipselkrant: bestaat uit artikelen uit de gedrukte media die betrekking hebben op de eigen organisatie en branche. 
- Mededelingenbord: een effectief en goedkoop middel voor interne communicatie
- Sociaal jaarverslag: bevat informatie over het sociale beleid van de organisatie in een bepaald jaar. Een sociaal beleid bevat maatregelen die nodig zijn om mens en werk zodanig op elkaar af te stemmen dat de doelen van de organisatie én die van de medewerker gerealiseerd kunnen worden.
- Introductiebrochure voor nieuwe medewerkers met informatie over de organisatie, werksituatie en arbeidsvoorwaarden
- Open huis: extern communicatiemiddel met een intern neveneffect (saamhorigheid)
- Intranet: kan alleen door medewerkers worden gebruikt

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Massamedia --> Hieronder vallen pers (dagbladen, tijdschriften, boeken), radio, televisie, bioscopen.
Publieksgroep --> Iedere verzameling van burgers, consumenten of organisaties, die voor een zender belangrijk kan zijn.
Doelgroep --> Geselecteerde groep consumenten, beslissers of bedrijven, die de zender gericht wil benaderen.
Verschillen tussen publieks- en doelgroepen: Een publieksgroep kiest een organisatie en de organisatie kiest een doelgroep.
De publieksgroep is altijd aanwezig en een doelgroep wordt door de organisatie uitgekozen om contact mee te krijgen.
Segmentatie --> met segmentatie kun je de kenmerken van een concrete publieksgroep beschrijven.
Je gaat de publieksgroep verder onderverdelen in groepen en kunt dat bijv. zo doen:
- Leeftijd, geslacht, inkomen, opleiding, woongebied.
- Lifestyle, betrokkenheid en interesse.
- Soort media gebruik (mediakeuze, tijdsbesteding)
- Soort zakelijke contacten / beroepsuitoefening.







Massamedia --> Hieronder vallen pers (dagbladen, tijdschriften, boeken), radio, televisie, bioscopen.
Publieksgroep --> Iedere verzameling van burgers, consumenten of organisaties, die voor een zender belangrijk kan zijn.
Doelgroep --> Geselecteerde groep consumenten, beslissers of bedrijven, die de zender gericht wil benaderen.
Verschillen tussen publieks- en doelgroepen: Een publieksgroep kiest een organisatie en de organisatie kiest een doelgroep.
De publieksgroep is altijd aanwezig en een doelgroep wordt door de organisatie uitgekozen om contact mee te krijgen.
Segmentatie --> hiermee kun je de kenmerken van een publieksgroep beschrijven.
Je gaat de publieksgroep verder onderverdelen in groepen en kunt dat bijv. zo doen:
- Leeftijd, geslacht, inkomen, opleiding, woongebied.
- Lifestyle, betrokkenheid en interesse.
- Soort media gebruik (mediakeuze, tijdsbesteding)
- Soort zakelijke contacten / beroepsuitoefening.

Slide 14 - Tekstslide

Marketing en PR
Marketing en public relations zijn beide vormen van externe communicatie, maar richten zich op andere dingen.
Public relations richt zich op het verkrijgen van een goede verstandhouding met de publieksgroepen.

Marketing richt haar communicatie op een doelgroep die uit consumenten, beslissers of bedrijven bestaan.

Slide 15 - Tekstslide

Publieke opinie: een steeds veranderend geheel van gemeenschappelijk gedeelde meningen en stemmingen van steeds wisselende publieksgroepen.
Branding: een organisatie profileert zichzelf als een merk.
Stakeholders: vertegenwoordigers van bedrijven, instituten of georganiseerde publieksgroepen, die voor een bepaalde organisatie van direct belang zijn.
Helden/cultuurdragers: zijn medewerkers of oud-medewerkers die de waarden en normen en gedrag van het bedrijf ook buiten het bedrijf uitdragen. Voorbeelden zijn medewerkers de bedrijfskleding buiten het werk om ook dragen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide