MAB09 Montage en demontage van lagers

• Machinebouw
• MBO

MAB09

Montage en demontage van lagers

Leerdoelen

"Aan het einde van de les kun je...

• de speling tussen het glijlager en de as nauwkeurig controleren."
• een correcte uitlijning beschrijven voor niet-deelbare glijlagers."
• verschillende methoden benoemen om lagerspeling te bepalen."
• het verschil uitleggen tussen de montage van cilindrische wentellagers en conische lagers."
• de juiste procedures beschrijven voor het demonteren van verschillende soorten lagers."

Wat weet je al over het monteren van lagers?

Definities

• Glijlager: Een type lager zonder bewegende delen dat gebruikmaakt van een glijdend oppervlak.
• Voorgespannen glijlager: Een ellipsvormig lager dat bij montage om de as wordt getrokken.
• Lagerspeling: De ruimte tussen de as en het lager, die op verschillende manieren kan worden gemeten.
• Cilindrische wentellager: Een lager met cilindervormige rollen, vaak koud gemonteerd.
• Conische boring: Een taps toelopende opening in een lager voor montage op een conische

Selecteer de Wentellager(s)

1. 
2. 
3. 
4. 

Montage van niet-deelbare glijlagers

Let op speling en uitlijning.
Correcte uitlijning is essentieel voor goede werking.

Voorgespannen glijlagers

Ellipsvormig ontwerp.
Trekken om de as aan bij het vastdraaien van bouten.

Lagerspeling bepalen

Met voelers, meetklok.

Lagerspeling bepalen

Met looddraad.

Lagerspeling bepalen

Corrigeren met vulplaatjes.

Montagebus

Bus voor gelijktijdige montage van binnenring en buitenring

Montage van cilindrische wentellagers

Koud monteren met gelijkmatige kracht.
Specifieke technieken voor binnenring.

Montage van cilindrische wentellagers

Koud monteren met gelijkmatige kracht.
Specifieke technieken voor binnenring.

Montage van conische lagers

Montage op tap, drukbus of trekbus.
Gebruik van hydraulische moeren.

Demontage van lagers

Gebruik van een bus of trekker.
Trekker oefent kracht uit op de binnenring.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.