5.2 Personeel en productie

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

5.2 Personeel en Productie

Lesprogramma

• Korte herhaling paragraaf 1 (a.d.h.v. twee oefenopgaven)
• Vragen over gemaakte huiswerk
• uitleg paragraaf 2

Een fietsenmaker verkoopt 20 elektrische fietsen van € 1200,- per stuk. 

De inkoop is € 850,- per fiets. 

De bedrijfskosten zijn € 2000,- .

Wat is de nettowinst?

Oefening 1

Uitwerking

Omzet = 20 x € 1200,-             =               € 24.000,-

Inkoop = 20 x € 850,-              =               € 17.000,-

                  Brutowinst                =                €  7.000,-

           Bedrijfskosten               =                € 2.000,-

                    Nettowinst             =                € 5.000,-  

Oefening 2

Een turkse pizza kost inclusief BTW € 2, 50

Wat kost deze exclusief BTW?

Tip: welk BTW % is van toepassing??

Uitwerking

BTW op voeding is 9%

Dus de pizza inclusief BTW = 109%

We zoeken de prijs zonder de BTW, dus de vraag is 'hoeveel is 100%?

Pizza kost zonder BTW: € 2,50 / 1,09 = € 2,29

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kan je:

• noemen wat de verschillende loonkosten zijn
• uitleggen wat arbeidsproductiviteit is
• verklaren welke factoren de arbeidsproductiviteit verhogen 

Bruto- en nettoloon

• Brutoloon = afgesproken loon met werkgever
• Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting - sociale premies)

• TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Van bruto naar netto

Wat gaat er allemaal van af? 

- loonbelasting

- premies volksverzekeringen

- premies werknemersverzekeringen

- pensioenpremie

loonstrook

https://www.nvesalaris.nl/veel-gestelde-vragen/uitleg-loonstrook/loonstrook-uitleg-werknemer-algemeen/

Soorten sociale verzekeringen

Werknemersverzekeringen: alleen voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben. De belangrijkste zijn de WW (voor werklozen) en de WIA (voor arbeidsongeschikten)

Volksverzekering: sociale verzekering die geldt voor alle inwoners van Nederland en voor alle werknemers in dienst van een Nederlandse werkgever. De belangrijkste zijn de AOW (voor ouderen) en de Anw (VOor weduwen en wezen). Uitkering betaald uit belastinggeld.

Arbeidsproductiviteit

De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:

• Technologische ontwikkelingen
• Arbeidsverdeling (specialisatie)
• Scholing
• Prestatiebeloning

Arbeidsproductiviteit = totale productie in een periode 

                                                het aantal werknemers

Hoe reken je het brutoloon uit?

1. Nettoloon plus loonbelasting
2. Nettoloon plus sociale premies werkgever
3. Loonkosten - Nettoloon
4. Loonkosten - sociale premies werkgever

Wat is de goede formule van de wig?

1. loonkosten werkgever - loonheffing
2. loonkosten werkgever - nettoloon
3. brutoloon - loonheffing
4. brutoloon - nettoloon

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?

1. scholing
2. arbeidsvoorwaarden
3. arbeidsverdeling
4. productiefactoren

Hoe bereken je het nettoloon?

1. Brutoloon - loonbelasting + premies
2. Brutoloon - loonbelasting - premies
3. Brutoloon + loonheffing
4. Brutoloon - btw

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...

1. dalen.
2. stijgen.
3. gelijk blijven.
4. verdwijnen.

Nederland is een sociaal land. We hebben veel sociale verzekeringen. Deze zijn verdeeld in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.

1. Juist
2. Onjuist