5.2 Personeel en productie

programma
herhalingssommen paragraaf 1
huiswerk paragraaf 1 vraag 8 t/m 13
uitleg en maken paragraaf 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma
herhalingssommen paragraaf 1
huiswerk paragraaf 1 vraag 8 t/m 13
uitleg en maken paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

BTW
Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1.25.
Wat kost het broodje exclusief BTW?

Slide 2 - Tekstslide

Uitwerking
Broodje kost € 1,25 : 1,09 = € 1,15

Slide 3 - Tekstslide

Uitwerking
TO = TK
Break even afzet
250q = 50q + 7000
200q = 7000
q= 35 stuks
Break even omzet
q x p 
35 x 250 = € 8750,-

Slide 4 - Tekstslide

Break even afzet en omzet
Verkoopprijs = €200
Variabele kosten p.p = €50
Vaste kosten € 7000

Bereken de break-even afzet 
en break even omzet
TO = TK

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk
paragraaf 1

Slide 6 - Tekstslide

paragraaf 2 personeel en productie
leerdoelen
Je kunt de verschillende onderdelen onderscheiden van de loonkosten van de werkgever
Je kunt de loonkosten per product berekenen
Je kunt uitleggen welke factoren de arbeidsproductiviteit kunnen verhogen.

Slide 7 - Tekstslide

bruto <--> netto
verschillen? 

Slide 8 - Tekstslide

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = afgesproken loon met werkgever
  • Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting - sociale premies)

  • TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Slide 9 - Tekstslide

Van bruto naar netto
- loonbelasting
- premies volksverzekeringen
- premies werknemersverzekeringen
- pensioenpremie

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de verschillende soorten premies die worden ingehouden op je bruto salaris?
A
Premies volksverzekeringen
B
Pensioenpremie
C
Loonbelasting
D
Premies werknemersverzekeringen

Slide 11 - Quizvraag

loonstrook
https://www.nvesalaris.nl/veel-gestelde-vragen/uitleg-loonstrook/loonstrook-uitleg-werknemer-algemeen/


Slide 12 - Tekstslide

Werknemersverzekeringen


Werknemersverzekeringen zijn alleen voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben. 


De belangrijkste zijn de WW voor werklozen en de WIA voor arbeidsongeschikten.

Slide 13 - Tekstslide

Volksverzekeringen
Volksverzekering. Sociale verzekering die geldt voor alle inwoners van Nederland en voor alle werknemers in dienst van een Nederlandse werkgever. (Anw, AOW)
Uitkering betaald uit belastinggeld.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Arbeidsproductiviteit

Slide 16 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
  1. Per week worden er 10.000 t-shirts gemaakt. Er werken 10 mensen vijf dagen in de week. 

  • Vraag: Wat is de arbeidsproductiviteit per dag per werknemer?




Slide 17 - Tekstslide

Uitwerking

Productie per dag = 10.000 / 5 = 2.000 t-shirts
Productie per werknemer per dag =
 2.000 / 10 = 200 t-shirts per dag

Slide 18 - Tekstslide

Vraag
Hoe kan de arbeidsproductiviteit toenemen?

Slide 19 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling (specialisatie)
  • Scholing
  • Prestatiebeloning
Arbeidsproductiviteit = totale productie in een periode : het aantal werknemers

Slide 20 - Tekstslide

Mechanisatie en automatisering
  • Mechanisatie = machines nemen de spierkracht van mensen over
  • Automatisering = machines nemen het denkwerk van mensen over

Slide 21 - Tekstslide

huiswerk
maken paragraaf 2

Slide 22 - Tekstslide

McDonalds Landgraaf bakt 5.400 hamburgers per drie weken. Er werken 10 werknemers. Het restaurant is 6 dagen per week geopend. BEREKEN DE ARBEIDSPRODUCTIVITEIT PER WERKNEMER PER DAG
timer
4:00

Slide 23 - Open vraag

paragraaf 2 personeel en productie
leerdoelen
Je kunt de verschillende onderdelen onderscheiden van de loonkosten van de werkgever
Je kunt de loonkosten per product berekenen
Je kunt uitleggen welke factoren de arbeidsproductiviteit kunnen verhogen.

Slide 24 - Tekstslide