H 5.1 + 5.2

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

programma
uitleg en maken paragraaf 5.2
werk voor de bonus

Slide 9 - Tekstslide

BTW
Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1.25.
Wat kost het broodje exclusief BTW?

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking
Broodje kost € 1,25 : 1,09 = € 1,15

Slide 11 - Tekstslide

Break-even
Break even is het punt waar er geen winst en geen verlies wordt gemaakt. Alle kosten worden gedekt met het ontvangen geld. 
Formule = TO = TK
De totale opbrengsten (TO) zijn gelijk aan de totale kosten (TK)
Dus de TO en TK uitrekenen

Slide 12 - Tekstslide

Break- even punt 
  • geen winst en geen verlies
  •  dus totale kosten = totale opbrengsten
  • TO = TK

Slide 13 - Tekstslide

Break even afzet en omzet
Verkoopprijs = €250
Variabele kosten p.p = €50
Vaste kosten € 7000

Bereken de break-even afzet 
en break even omzet
TO = TK

Slide 14 - Tekstslide

Uitwerking
TO = TK
Break even afzet
250q = 50q + 7000
200q = 7000
q= 35 stuks
Break even omzet
q x p 
35 x 250 = € 8750,-

Slide 15 - Tekstslide

Berekening kostprijs per product

(aantal.producten)(vaste.kosten+variabele.kosten)

Slide 16 - Tekstslide

paragraaf 2 personeel en productie
leerdoelen
  • Je kunt de verschillende onderdelen onderscheiden van de loonkosten van de werkgever
  • Je kunt de loonkosten per product berekenen
  • Je kunt uitleggen welke factoren de arbeidsproductiviteit kunnen verhogen.

Slide 17 - Tekstslide

Loonkosten werkgever
De wig is het verschil tussen de loonkosten en het nettoloon.

Slide 18 - Tekstslide

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = afgesproken loon met werkgever
  • Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting - sociale premies) krijg je op je bankrekening

  • TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Slide 19 - Tekstslide

Van bruto naar netto
- loonbelasting
- premies volksverzekeringen: AOW, Anw, Wlz
- premies werknemersverzekeringen: WW, WIA
- pensioenpremie

Slide 20 - Tekstslide

loonstrook
https://www.nvesalaris.nl/veel-gestelde-vragen/uitleg-loonstrook/loonstrook-uitleg-werknemer-algemeen/


Slide 21 - Tekstslide

Werknemersverzekeringen


Werknemersverzekeringen zijn alleen voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben. 


De belangrijkste zijn de WW voor werklozen en de WIA voor arbeidsongeschikten.

Slide 22 - Tekstslide

Volksverzekeringen
 Sociale verzekering die geldt voor alle inwoners van Nederland en voor alle werknemers in dienst van een Nederlandse werkgever. (Anw, AOW)
Uitkering betaald uit belastinggeld.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Arbeidsproductiviteit

Slide 25 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
  1. Per week worden er 10.000 t-shirts gemaakt. Er werken 10 mensen vijf dagen in de week. 

  • Vraag: Wat is de arbeidsproductiviteit per dag per werknemer?




Slide 26 - Tekstslide

Uitwerking

Productie per dag = 10.000 / 5 = 2.000 t-shirts
Productie per werknemer per dag =
 2.000 / 10 = 200 t-shirts per dag

Slide 27 - Tekstslide

Vraag
Hoe kan de arbeidsproductiviteit toenemen?

Slide 28 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling (specialisatie)
  • Scholing
  • Prestatiebeloning
Arbeidsproductiviteit = totale productie in een periode : het aantal werknemers

Slide 29 - Tekstslide

Mechanisatie en automatisering
  • Mechanisatie = machines nemen de spierkracht van mensen over
  • Automatisering = machines nemen het denkwerk van mensen over

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

zelfstandig werken 
maken paragraaf 2 
werk voor de bonus! (1 tm 3 af!) daarna rest van de weektaak afmaken tm 7

Slide 32 - Tekstslide

McDonalds Landgraaf bakt 5.400 hamburgers per drie weken. Er werken 10 werknemers. Het restaurant is 6 dagen per week geopend. BEREKEN DE ARBEIDSPRODUCTIVITEIT PER WERKNEMER PER DAG
timer
4:00

Slide 33 - Open vraag

paragraaf 2 personeel en productie
leerdoelen
Je kunt de verschillende onderdelen onderscheiden van de loonkosten van de werkgever
Je kunt de loonkosten per product berekenen
Je kunt uitleggen welke factoren de arbeidsproductiviteit kunnen verhogen.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide