FP 16 CVRM Hypertensie

Hypertensie 






H16   Cardiovasculair risicomanagement
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
FPMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hypertensie 






H16   Cardiovasculair risicomanagement

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les behandelen?

Hart- en bloedvaten
Bloeddruk
Hypertensie
Behandeling hypertensie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk




Wat weten jullie al?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt de bloeddruk gemeten?
A
Arterie (slagader)
B
Capillair (haarvat)
C
Vene (ader)

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een bloeddruk is 75 / 115 mmHg.
Wat meet je bij het 'eerste getal' bij een bloeddrukmeting?

A
Diastolische bloeddruk (onderdruk)
B
Systolische bloeddruk (bovendruk)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met
de diastolische bloeddruk (onderdruk)?
A
Bovendruk in de aders
B
Bovendruk in de slagaders
C
Onderdruk in de aders
D
Onderdruk in de slagaders

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een normaalwaarde voor de bloeddruk?
A
100 / 50 mmHg
B
120 / 60 mmHg
C
120 / 80 mmHg
D
140 / 90 mmHg

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van hoge bloeddruk?
A
100 / 50 mmHg
B
120 / 60 mmHg
C
120 / 80 mmHg
D
140 / 90 mmHg

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van essentiële hypertensie?
A
Als de hypertensie heel belangrijk is
B
Als er voor de hypertensie geen oorzaak te vinden is
C
Als de hypertensie veroorzaakt wordt door een nieraandoening
D
Als de hypertensie voorkomt tijdens zwangerschap

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke risicofactoren voor
hoge bloeddruk
ken je?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke leefstijladviezen kun je geven om hoge bloeddruk te voorkomen?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk
Bij een hoge bloeddruk controleert de arts altijd 
of er sprake is van secundaire hypertensie!

 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen hypertensie
- Hoofdpijn
- Vermoeidheid
- Duizeligheid
- Misselijkheid
- Kortademigheid

  Belangrijk: meestal geen klachten !!!!



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk
om een hoge
bloeddruk te behandelen?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoge bloeddruk is een risicofactor voor hart- en bloedvaten!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CVRM Risicotabel

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk
  • Hypertensie geeft  nauwelijks klachten                              'waarom medicatie  gebruiken, ik heb nergens last van...?'
  • Antihypertensiva kunnen bijwerkingen geven                           'krijg ik ook nog last van bijwerkingen....'
  • Toch is therapietrouw heel belangrijk!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle patiënten met een hoge bloeddruk krijgen leefstijladviezen!

Welke patiënten worden ook behandeld met bloeddrukverlagende middelen?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe richtlijn CVRM (sept 2024)

Slide 38 - Tekstslide

Belangrijkste aandachtspunten:
Om hart- en vaatziekten te voorkomen zijn allereerst een gezonde voeding en leefstijl van belang. Daarnaast wordt bij mensen met een verhoogd risico in sommige gevallen medicatie voorgeschreven om het risico te verlagen. De richtlijn CVRM bevat handvatten om deze groep optimaal te begeleiden en behandelen.
De richtlijn is herzien op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten, een Europese richtlijn, en een nieuw model om het risico op hart- en vaatziekten te schatten.
De richtlijn beschrijft hoe het cardiovasculair risico kan worden ingeschat; bij wie dit moet gebeuren en welke stappen daarna moeten worden ondernomen. Daartoe bevat de herziene versie van de richtlijn een vernieuwde risicoscoretabel. 
Het risico op hart- en vaatziekten in de risicoscoretabel wordt niet langer geschat op basis van totaalcholesterol/HDL-cholesterol ratio, maar op basis van non-HDL-cholesterol. Non-HDL-cholesterol betreft het totaal cholesterol minus het HDL-cholesterol.
Bij het kleuren van de vakjes in de tabel en de bijbehorende behandeladviezen is ervoor gekozen om te werken met leeftijdsafhankelijke risicodrempels die lager zijn voor jongeren en hoger bij ouderen.
Over het geheel genomen vallen de risico’s in de nieuwe risicoscoretabel lager uit dan in de oude, hetgeen tot gevolg heeft dat de tabel geen zeer hoog risicogroepen (rood) meer kent. Mensen bekend met hart- en vaatziekten, diabetes mellitus met ernstige eindorgaanschade en ernstige chronische nierschade hebben overigens nog wel een zeer hoog risico.
Daarnaast is de indeling in een bepaalde risicoklasse nu ook leeftijdsafhankelijk opgesteld, om te komen tot een optimaal passende behandeling.
Het is van belang dat in overleg met de patiënt altijd wordt gekeken naar de adviezen of behandelingen die het best passen bij deze individuele patiënt. Samen beslissen komt daarom op meerdere plekken en explicieter in de richtlijn CVRM terug.
 

Slide 39 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Welke patiënten krijgen antihypertensiva?
  • Alle patiënten met een systolische bloeddruk ≥ 180 mmHg ,  ongeacht het risico op HVZ

  • Overweeg medicamenteuze behandeling bij een bloeddruk van 160-180 mmHg,  indien de bloeddruk na leefstijlverandering niet tot < 160 mmHg daalt

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- vervolg -

  • Alle patiënten met een zeer hoog risrico met de risicotabel

  • Overweeg bloeddrukverlagende middelen                                     bij patiënten met een hoog risico

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef 5 stofnamen van bloeddrukverlagende middelen

Slide 42 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke 4 farmacotherapeutische groepen komen de bloeddrukverlagende middelen?

Slide 43 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Antihypertensiva

Recepten

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies