Hypertensie

Hypertensie
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FPMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hypertensie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=rvgu2c8uvb8

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heel belangrijk!!!!!
  • Hypertensie geeft  nauwelijks klachten                              'waarom medicatie  gebruiken, ik heb nergens last van...?'
  • Antihypertensiva kunnen bijwerkingen geven                           'krijg ik ook nog last van bijwerkingen....'
  • Toch is therapietrouw heel belangrijk!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=UzVMfhJEvpc 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groep geneesmiddelen hoort het middel Metoprolol?
A
ACE-remmers
B
Beta-sympaticolytica
C
Calciumantagonisten
D
Diuretica

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groep geneesmiddelen hoort het middel Chloortalidon?
A
ACE-remmers
B
Beta-sympaticolytica
C
Calciumantagonisten
D
Diuretica

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groep geneesmiddelen hoort het middel Triamtereen?
A
ACE-remmers
B
Beta-sympaticolytica
C
Calciumantagonisten
D
Diuretica

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk geneesmiddel verlaagt de bloeddruk door het actiedeel van het autonome zenuwstelsel te remmen?
A
Atenolol
B
Chloortalidon
C
Furosemide
D
Triamtereen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijwerking van diuretica?

A
Duizeligheid
B
Calciumtekort
C
Koude handen en voeten
D
Moeheid

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk geneesmiddelen verlagen de bloeddruk door meer uitscheiding van water en zouten?
A
Atenolol
B
Chloortalidon
C
Furosemide
D
Triamtereen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies