12 januari

Woordzoeker

Weet jij wat de woorden betekenen?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordzoeker

Weet jij wat de woorden betekenen?

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent...
De evenaar
A
Een kaart van de aarde.
B
Een lijn die de wereld in twee delen deelt.
C
Een streep op een kaart.
D
Iets wat vervelend is.

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noem je....
Een droog gebied waar het bijna nooit regent.
A
De droogte
B
Het strand
C
De vlakte
D
De woestijn

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent...
Het gebied
A
Een bepaald stuk land dat ergens bijhoort.
B
Een nat stuk grond.
C
Iets wat moet.
D
Een plaatje van een kaart.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je...
Het gebied rond de evenaar waar het altijd warm is.
A
Afrika
B
De evenaar
C
De tropen
D
De hitte

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent...
De grondsoort
A
De kleur van de grond.
B
Materiaal waaruit de ondergrond bestaat.
C
De modder.
D
Het zand.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je...
De plek in de natuur met een natte, zachte bodem.
A
Het bos.
B
Het meer.
C
Het moeras.
D
De vijver.

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent...
Het natuurgebied
A
Stuk land waar geen mensen wonen.
B
Stuk land met veel bomen.
C
Een plek waar je buiten kan spelen.
D
Een plek waar boeren werken.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je...
En groot bos in een gebied waar het veel regent.
A
De heide
B
De woestijn
C
Het moeras
D
Het regenwoud

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent...
De wildernis
A
Een plek met veel insecten.
B
Natuurgebied waar nog geen wegen aangelegd zijn.
C
Een hok in de dierentuin.
D
Plek waar je wild kan spelen.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noem je...
Een plek met hoge bomen die dicht op elkaar staan.
A
Het moeras
B
De tuin
C
De woestijn
D
Het woud

Slide 11 - Quizvraag

Herhaling

Slide 12 - Tekstslide

Wat zeg je als je
het niet meer leuk vind om verder te gaan?
A
Wij zijn het met elkaar eens!
B
Ik heb geen zin meer.
C
Jij krijgt op je kop.
D
Ik schrik me rot!

Slide 13 - Quizvraag

Wat zeg je als je hetzelfde vind als jouw klasgenoot?
A
Ik ben hier gek op!
B
Wij krijgen onze zin.
C
Ik heb het in de gaten
D
Wij zijn het met elkaar eens.

Slide 14 - Quizvraag

Wat zeg je als je door hebt dat er iets is?
A
Ik krijg op mijn kop.
B
Ik schrik me rot.
C
Ik heb het in de gaten.
D
Dat komt goed uit.

Slide 15 - Quizvraag

Wat zeg je als je heel erg schrikt?
A
Wat is er aan de hand?
B
Ik heb geen zin meer.
C
Ik heb jou in de gaten!
D
Ik schrik me rot!

Slide 16 - Quizvraag

Wat zeg je als je wanneer er gebeurt wat jij graag wil?
A
Ik ben hier gek op .
B
Ik krijg mijn zin.
C
Ik ben het eens.
D
Wat is er aan de hand?

Slide 17 - Quizvraag

Wat zeg je als je je straf krijgt?
A
Ik krijg op mijn kop.
B
Ik schrik me rot.
C
Ik heb geen zin meer.
D
Hier ben ik gek op.

Slide 18 - Quizvraag

Wat vraag je als je wil weten wat er gebeurt?
A
Schrik jij je rot?
B
Zijn wij het eens?
C
Wat is er aan de hand?
D
Heb jij het in de gaten?

Slide 19 - Quizvraag

Wat zeg je als je ergens heel erg van houdt?
A
Ik ben het hiermee oneens.
B
Ik krijg mijn zin.
C
Dit komt goed uit.
D
Hier ben ik gek op.

Slide 20 - Quizvraag

Wat zeg je als je blij bent dat iets gebeurd?
A
Dat komt goed uit!
B
Ik heb geen zin meer.
C
Ik schrik me rot!
D
Ik heb het in de gaten.

Slide 21 - Quizvraag