Herhaling transcriptie en translatie
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat gebeurt er bij transcriptie?
A
DNA wordt gekopieerd
B
DNA wordt overgeschreven naar mRNA
C
mRNA wordt vertaald naar een eiwit
D
mRNA wordt vertaald naar DNA
Slide 3 - Quizvraag
Waar of niet waar?
AUG is het startcodon
AUG is het startcodon
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Een DNA streng ziet er als volgt uit:
coderend DNA TACCCGTGGATT
matrijs DNA ATGGGCACCTAA
Welk van deze twee wordt omgezet naar mRNA?
coderend DNA TACCCGTGGATT
matrijs DNA ATGGGCACCTAA
Welk van deze twee wordt omgezet naar mRNA?
A
Coderend DNA
B
Matrijs DNA
Slide 5 - Quizvraag
Een DNA streng ziet er als volgt uit:
coderend DNA ATG CCG TGG ATT
matrijs DNA TAC GGC ACC TAA
Welke code heeft het mRNA?
coderend DNA ATG CCG TGG ATT
matrijs DNA TAC GGC ACC TAA
Welke code heeft het mRNA?
A
UAC GGC ACC UAA
B
AUG CCG UGG AUU
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet het deel op het DNA dat 'nergens' voor codeert?
A
Exon
B
Gen
C
Junk
D
Codon
Slide 7 - Quizvraag
Welk enzym herkent het begin van een gen?
A
DNA-polymerase
B
RNA-polymerase
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet het stukje DNA dat door RNA-polymerase wordt herkend?
A
Codon
B
Exon
C
Gen
D
Promotor
Slide 9 - Quizvraag
Ik begrijp dit onderdeel.
0 = totaal niet
10 = ik kan het dromen
0 = totaal niet
10 = ik kan het dromen
Slide 10 - Poll
Wat vind je nog moeilijk?
