H5 par. 5.4.1. Machtige koningen

Memo hm 2
H5 De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 5.4.1. Machtige koningen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo hm 2
H5 De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 5.4.1. Machtige koningen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1) Ik kan beschrijven hoe het bestuur van de meeste Europese landen in de 17e eeuw was georganiseerd.
2) Ik kan uitleggen waarom koningen een centraal bestuur wilden.
3) Ik kan beschrijven wie Lodewijk XIV was en uitleggen waarom hij de Zonnekoning werd genoemd.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Absolute macht
Zeventiende eeuw
  • In de Republiek hadden rijke burgers (regenten) de macht.
  • Uitzondering! Meeste andere Europese landen waren een monarchie = land geregeerd door een koning.
  • Het koningschap is erfelijk. Het oudste kind volgt de koning op. Regeerden samen met de adel.


Slide 4 - Tekstslide

Absolute macht
Middeleeuwen
  • Koning was wel de hoogste leider, maar was niet heel machtig. Moest macht delen met adel en steden.

  • Edelen hielpen bij het bestuur en voerden legers aan (leenstelsel).

  • Steden kregen door stadsrechten een eigen bestuur, wetten, belastingen en munten.

Slide 5 - Tekstslide

Absolute macht
  • Vanaf 1300 probeerden koningen hun macht te vergroten en die van de adel te verkleinen.
  • Wilden een centraal bestuur: het land vanuit één plaats besturen, waarbij overal dezelfde wetten en belastingen gelden. In de 17e eeuw lukte dat een aantal koningen.
  • Sommige koningen kregen zelfs absolute macht = alle macht in handen van 1 persoon (Frankrijk, Pruisen en Rusland).
  • Absolutisme = vorm van bestuur waarbij de koning alle beslissingen neemt en iedereen hem moet gehoorzamen.

Slide 6 - Tekstslide

Absolute macht
Lodewijk XIV van Frankrijk
  • Regeerde van 1643 tot 1715 (!).
  • Eerste koning met absolute macht.
  • Kleine groep van ministers (gaven alleen advies, namen geen besluiten).
  • Stond bekend als de Zonnekoning, omdat hij het middelpunt van de macht was ('alles draaide om hem'). 
  • Hield de adel aan zijn hof in Versailles bezig met regels en klusjes.

Slide 7 - Tekstslide

Een land geregeerd door een koning noemen we absolutisme.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Met wie moesten koningen in de middeleeuwen hun macht delen?
A
adel en boeren
B
boeren en regenten
C
regenten en steden
D
adel en steden

Slide 9 - Quizvraag

In een land met een centraal bestuur wordt het land vanuit één plaats bestuurd, waarbij overal verschillende wetten en belastingen gelden.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Vorm van bestuur waarbij de koning alle beslissingen neemt en iedereen hem moet gehoorzamen.
A
absolute macht
B
absolutisme
C
dictatuur
D
monarchie

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen
1) Ik kan beschrijven hoe het bestuur van de meeste Europese landen in de 17e eeuw was georganiseerd.
2) Ik kan uitleggen waarom koningen een centraal bestuur wilden.
3) Ik kan beschrijven wie Lodewijk XIV was en uitleggen waarom hij de Zonnekoning werd genoemd.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Zie whiteboard.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent. 

Slide 13 - Tekstslide