2vm - H3 - ProefSO

Chapitre 3 
Wat moet je leren?

- Vocabulaire A, B, E, F
- Phrases-clés C en G
- Grammaire D en H
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Chapitre 3 
Wat moet je leren?

- Vocabulaire A, B, E, F
- Phrases-clés C en G
- Grammaire D en H

Slide 1 - Tekstslide

suele
blanche
belle
bien sûr
plusieurs
essayer
faire les courses
gentil
moche
peut-être
acheter
moins
utiliser
ensemble
terrible
noire

Slide 2 - Sleepvraag

Vertaal:
de hoed

Slide 3 - Open vraag

Vertaal:
afmaken

Slide 4 - Open vraag

Vertaal:
de gympen

Slide 5 - Open vraag

Vertaal:
de tieners

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
de grap

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
laten we gaan

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
echt

Slide 9 - Open vraag

Vertaal:
verslaafd

Slide 10 - Open vraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... chaussure est noire
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 11 - Quizvraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... livre est nouveau
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 12 - Quizvraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... chose (v)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 13 - Quizvraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... pulls (m)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 14 - Quizvraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... enfant gentil.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 15 - Quizvraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... robe blanche
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 16 - Quizvraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... hôtel (m)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 17 - Quizvraag

Kies het goede aanwijzend vnw:
......... objets perdus
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 18 - Quizvraag

Zet het ww in de juiste vorm:
Nous (vouloir) ... aller au supermarché

Slide 19 - Open vraag

Zet het ww in de juiste vorm:
Tu (pouvoir) ... me donner un bonbon?

Slide 20 - Open vraag

Zet het ww in de juiste vorm:
Mes copains (pouvoir) ... aller au centre-ville

Slide 21 - Open vraag

Zet het ww in de juiste vorm:
Ma soeur (vouloir) ... avoir un chien

Slide 22 - Open vraag

Zet het ww in de juiste vorm:
Je (vouloir) ... aller à la maison

Slide 23 - Open vraag

Zet het ww in de juiste vorm:
Vous (pouvoir) ... acheter de croissants?

Slide 24 - Open vraag

Zet het ww in de juiste vorm:
On (pouvoir) ... aller au cinéma

Slide 25 - Open vraag

Zet het ww in de juiste vorm:
Marie et Jules (vouloir) ... partir en vacances.

Slide 26 - Open vraag