h4ne Poëzie 7 Verlies

Welkom H4!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom H4!

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 2 - Tekstslide

Programma
1. 10 minuten lezen
2. Wat weet je nog van de vorige les?
3. Huiswerk nakijken Poëzie 6-liefde
4. Poëzie 7: Verlies (klank en ritme)
5. Afsluiting en vooruitblik - PO2 opdracht Poëzie

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een versregel en een zin? Gebruik in je antwoord het begrip enjambement.

Slide 4 - Open vraag

Noem een dichtvorm waarbij het aantal strofen en versregels vastligt.

Slide 5 - Open vraag

H6 Liefde, antwoord 6. blz 144
a. Het lyrisch ik spreekt zijn gestorven tweelingbroer of -zus toe. De ik zegt zelf ook niet meer te leven, maar tegelijkertijd te leven van het gemis, de gestorven broer of zus lief te hebben en verwond te zijn. In alles wat het lyrisch ik zegt tegen de overledenen klinkt verscheurdheid door.

b.  Als het lyrisch ik een geliefde aanspreekt, dan lijkt het te gaan om een onmogelijke liefde. Je krijgt de indruk dat de geliefde het lyrisch ik heeft afgewezen.

Slide 6 - Tekstslide

H6 Liefde, antwoord 7a. blz 144
Liefde doet in de gedichten van Jansma en Andreus pijn, doordat de geliefde buiten bereik is geraakt en dat altijd zal blijven. In Buddinghs gedicht is het zeer subtieler aanwezig: hij hoopt dat zijn vrouw bij een bepaalde halte opstapt zodat hij haar nog een keer kan zien (en als dat niet gebeurt, doet dat ergens zeer).  



Slide 7 - Tekstslide

H6 Liefde, antwoord 8. blz 144
 a   Het gedicht is erg toegankelijk, doordat het taalgebruik eenvoudig is. Maar ook al zijn de woorden niet ingewikkeld, de betekenis ervan is heel intens. Het thema is heel herkenbaar: iedereen heeft wel iemand waar hij veel van houdt.
b     Het gedicht bestaat uit vier strofen van elk vier regels.
c    De twee enjambementen in de derde strofe zijn: ‘zijn – jou’ en ‘bent – nu’
d    Het eerste enjambement roept een dubbele betekenis op: ‘ik wil zo graag zijn’ brengt een gevoel van levenslust over; als je verder leest, wordt duidelijk dat hij zijn geliefde wil zijn.
In het tweede enjambement betekent ‘je bent’ dat de geliefde bestaat. Het is een soort absolute uitspraak over het ‘zijn’ van de beminde. Maar als je verder leest, op regel 14, wordt juist het unieke en veranderlijke van de persoon van de geliefde benadrukt.
e    In de laatste strofe beschrijft het lyrisch ik het onvermogen om die grote liefde die hij voelt in woorden te vatten.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Een gedicht zou je eigenlijk hardop moeten lezen.
Waarom denk je?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Welke klanken vallen je op in het voorgedragen gedicht 'De blauwbilgorgel' van Cees Buddingh'?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Lees het couplet van 'Dagen vliegen voorbij' van rapper Lijpe op pagina 146 van je boek.
Wijs van de volgende soorten rijm telkens een voorbeeld aan uit dit couplet: volrijm, eindrijm, assonantie en rijk rijm.
Tip: kijk op pagina 154-155 van je boek voor een overzicht van alle rijmsoorten.

Slide 14 - Open vraag

1

Slide 15 - Video

01:35
Wat voegen klank en ritme voor jou toe aan de letterlijke tekst van de rap nu je 'Dagen vliegen voorbij' hebt beluisterd?

Slide 16 - Open vraag

Rijmschema

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk het gedicht De gestorvene op pagina 146 van je boek.
Schrijf het rijmschema op.
Schrijf eveneens de naam van het rijmschema op.

Slide 18 - Open vraag

Metrum
Het ritme in een gedicht (zie blz 155 in je boek)

Goede dichters denken aan het metrum.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

1

Slide 21 - Video

00:45
We luisteren het gedicht 'Blues on Tuesday' nu nog een keer. In het gedicht zit een duidelijk metrum, maar op drie plaatsen wijkt het metrum af. Waar? En welk rijm herken je?

Slide 22 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: vrijdag 21 februari
  • Toelichting: PO2 opdracht Poëzie- inleverdatum vrij 7 maart
  • Lees de opdracht goed door en bekijk de filmpjes.
  • Meenemen: Kernboek alleen theorie, laptop en leesboek 3
  • Programma: beeldspraak aan de hand van gedichten over opgroeien (Literatuur 8)

Slide 23 - Tekstslide

h4ne Poëzie 7 Verlies

Slide 24 - Tekstslide