2.2 Zuivere stoffen en mengsels

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2: Stoffen

§ 2: Zuivere stoffen en mengsels

Wat doen we vandaag?

• Korte herhaling vorige les
• Opgaven bespreken?
• Uitleg paragraaf 2.2
• Zelfstandig werken

Vorige les

• Schrijf op 4 stofeigenschappen.

• Welke toepassing kunnen stoffen hebben in het dagelijks leven?

Lesdoelen

• Je kunt het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels.
• Je kunt voorbeelden noemen van oplossingen en suspensies en uitleggen wat het verschil is tussen beide. 
• Je legt uit hoe je mengsels kunt scheiden van elkaar. 

Ice tea

Ingrediënten

Mengsel

Zuivere stoffen

Mengsels

Bestaat uit maar één stof

Bestaat uit meerdere stoffen

Soort mengsel: oplossingen

Oplossingen zijn altijd helder

Suiker in water:

Wat is het oplosmiddel?

Wat is de opgeloste stof?

Soort mengsel: suspensies

Suspensies zijn troebel (=niet doorzichtig)

Er zweeft fijn verdeeld poeder in de vloeistof

Extraheren

Stoffen onttrekken door middel van oplossen

Thee zetten: smaak- en kleurstoffen uit het zakje op in het hete water

Filtreren

Vaste stoffen scheiden van vloeibare stoffen

Koffie: koffiedik scheiden van koffie

Residu = vaste stof in het filter

Filtraat = vloeibare stof die door het filter gaat

Zelfstandig werken

• Lees hoofdstuk 2.2 (blz. 51 t/m 53) 
• Maak opdracht 1 t/m 11  in je Werkboek
• Eerst 5 minuten in stilte, daarna zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw 
• Klaar? vraag om een nakijkblad!

Afsluiting

• Je kunt het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels.
  
• Je kunt voorbeelden noemen van oplossingen en suspensies en uitleggen wat het verschil is tussen beide.
  
• Je legt uit hoe je mengsels kunt scheiden van elkaar.