V5 10 dec 2021

V5 Latijn
10-12-2021
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V5 Latijn
10-12-2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Vragen over rr. 1-13 (quiz)
Opdracht rr. 14-21

Slide 2 - Tekstslide

r.1: suum

Suum verwijst naar:
A
Socrates
B
Aristodemus
C
Meroë
D
de minnaar

Slide 3 - Quizvraag

r.1: temerasset

Waarom is er een conjunctivus gebruikt?
A
Bijzin ingeleid door quod, redengevend
B
Aansporing
C
Bijzin ingeleid door quod, doelaangevend
D
Het is geen conjunctivus

Slide 4 - Quizvraag

r.3: illi

Illi verwijst naar:
A
de bever
B
de minnaar
C
Meroë
D
bestia

Slide 5 - Quizvraag

r.3-4: Cauponem t/m ranam

Wat was hiervoor precies de reden? Kies:
A
cauponem
B
vicinum
C
id
D
aemulum

Slide 6 - Quizvraag

r.4: senex ille

Verwijst naar de kikker
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

r.5: vini sui

Waarom staat er een dativus?
A
Meewerkend voorwerp bij appellat
B
dativus possessivus
C
adject bij innatans
D
Het is een ablativus

Slide 8 - Quizvraag

r.7: aries

Dit woord moet je predicatief vertalen. hoe doe je dat?

Slide 9 - Open vraag

r.8: quod

Hoe vertaal je quod hier?
A
die
B
dat
C
omdat
D
opdat

Slide 10 - Quizvraag

damnare gaat met de ablativus.

Welk van de genoemde ablativi is het adject bij damnavit?
A
sarcina praegnationus
B
obsaepto utero
C
repigrato fetu
D
perpetua praegnatione

Slide 11 - Quizvraag

r.10-11: velut elephantum paritura

Wat is de juiste vertaling?
A
'als een olifant die op het punt staat te gaan baren'
B
'alsof ze op het punt staat een olifant te baren'

Slide 12 - Quizvraag

rr.12-13: Socrates heeft vier slachtoffers beschreven. Het bleef niet bij die vier.
Citeer één woord uit rr.12-13 waaruit blijkt dat er nog andere slachtoffers waren.

Slide 13 - Open vraag

De dorpsgenoten willen Meroë stenigen.

Welk tekstelement kun je vertalen met 'door steniging'?
A
saxorum
B
severissime saxorum iaculationibus
C
iaculationibus
D
iaculationibus saxorum

Slide 14 - Quizvraag

rr.14-21
Deze hele passage is één lange zin.
Je krijgt een literaire vertaling (M.A. Schwarz) die in stukjes is gehakt.
1. Schrijf onder iedere regel de corresponderende Latijnse tekst.
2. Er zijn negen tekstelementen gemerkt. Onderstreep de corresponderende Latijnse tekstelementen.
3. Er wordt drie keer gevraagd naar het verschil tussen de vertaling en het Latijn in een bepaalde regel. Toon dat verschil aan. Dat kan bijvoorbeeld het toevoegen of weglaten van woorden zijn, tijdsgebruik, actief/passief etc.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Vertalen t/m 31

Slide 16 - Tekstslide