Deze hele passage is één lange zin.
Je krijgt een literaire vertaling (M.A. Schwarz) die in stukjes is gehakt.
1. Schrijf onder iedere regel de corresponderende Latijnse tekst.
2. Er zijn negen tekstelementen gemerkt. Onderstreep de corresponderende Latijnse tekstelementen.
3. Er wordt drie keer gevraagd naar het verschil tussen de vertaling en het Latijn in een bepaalde regel. Toon dat verschil aan. Dat kan bijvoorbeeld het toevoegen of weglaten van woorden zijn, tijdsgebruik, actief/passief etc.