Lezen 5 les 4

Lezen 5 - les 4 
Betrouwbaarheid van teksten en satire
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen 5 - les 4 
Betrouwbaarheid van teksten en satire

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les 
-Tekst opgezocht over vluchtelingen
-Documentaire gekeken waarin mensen hun mening gaven over vluchtelingen
-Klassengesprek: vluchtelingen welkom in Nederland 

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag 
  • verschillende tekstsoorten met elkaar vergelijken
  • teksten beoordelen op betrouwbaarheid
  • leren wat satire is

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1 - betrouwbaar of niet?


Bekijk het fragment uit ‘Rot op naar je eigen land!’ (0:36).

Slide 4 - Tekstslide

Lousanne heeft het over sociale media als bron van informatie. Welke bronnen gebruik jij om iets te weten te komen? Noem er drie.

Slide 5 - Open vraag

Zijn de teksten over vluchtelingen die je de vorige lessen hebt gelezen betrouwbaar? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open vraag

Als je het helemaal niet eens bent met de inhoud van een tekst, is deze tekst dan onbetrouwbaar? Leg uit

Slide 7 - Open vraag

Opdracht 2 - Welke verschillen zie je?
In tweetallen
  • Stap 1: verdeel de teksten en lees ze. Je krijgt er allebei twee.
  • Stap 2: schema invullen (zie les 4 opdracht 2)
  • Stap 3: samen bespreken. Bespreek met elkaar wat jullie gelezen hebben. Waar gaat elke tekst over? Vul elkaars schema aan.
  • Stap 4: Teksten beoordelen op betrouwbaarheid

Slide 8 - Tekstslide

Echt of nep? 
Satire
In de vorige opdracht heb je gekeken naar de betrouwbaarheid van vier teksten.

Soms heb je te maken met nepnieuws dat vooral is bedoeld als grap, dus om te amuseren. Maar de schrijver levert ook kritiek en wil dat je gaat nadenken over het onderwerp. Zo'n grappig nepbericht wordt satire genoemd.

Ook filmpjes, boeken of afbeeldingen kunnen satirisch zijn.

Als je een bron beoordeelt, moet je altijd goed opletten of die misschien satirisch bedoeld is.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Opdracht 3. Wat kan het nadeel van satire zijn?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Propaganda 
Als er in een campagne gebruik wordt gemaakt van overdrijving, manipulatie of leugens, kun je meestal spreken van propaganda. De betekenis van het woord propaganda is het overtuigen van mensen van een standpunt door beïnvloeding van de publieke opinie.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen satire en propaganda?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag met opdracht 4 en 5
  • Je gaat nu zelf op zoek naar satire en beantwoordt een paar vragen. Ook beantwoord je de reflectievragen.  

Lezen 5 les 4 opdracht 4 en 5 

Slide 16 - Tekstslide